Organische stof

Organische stof bestaat vooral uit plantresten en voor een deel uit dierlijke resten/uitscheiding van bijvoorbeeld bodemleven. De hoeveelheid organische stof in de bodem is onder andere van invloed op de bewerkbaarheid, de structuur en het vochtvasthoudend vermogen van de grond.

Organische stof houdt ook plantenvoedende stoffen vast en kan die gedurende het groeiseizoen beschikbaar laten komen voor het gewas. Belangrijk hierbij is stikstof, in gronden met een hoog organische stofgehalte kan ook veel stikstof ter beschikking komen via mineralisatie. Ruwweg geldt: hoe lager het organische stofcijfer, hoe lager de stikstofafgifte.

Het gehalte aan organische stof is dus belangrijk voor een heel aantal eigenschappen van de bodem. Het is daarom belangrijk het verloop van de organische stofhoeveelheid in de bodem in de gaten te houden. De afbraak van organische stof in de bodem hangt van veel zaken af:

  • grondsoort (op duinzand is de procentuele afbraak 6x zo hoog dan op zure veengrond)
  • vochthuishouding van de bodem (bij slechte ontwatering minder afbraak)
  • hoge mestgiften in het verleden (jonge organische stof breekt snel af)

Organische stof speelt qua advisering een rol bij de bekalking en berekening K-getal.

Organische stof (%)

Organische stof (%) is de verzamelnaam voor alle biomassa in de bodem die afkomstig is van micro-organismen, bodem- en plantmateriaal, in het Engels de soil organic matter of (SOM). Organische koolstof in de bodem is een belangrijk bestanddeel van organische stof in de bodem. Naast koolstof bestaat SOM ook uit zuurstof, waterstof, stikstof, fosfaat en zwavel. Organische stof heeft veel belangrijke functies in de bodem en is daarom een van de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de bodem. Organische stof is voedsel voor het bodemleven en een motor voor alle bodemfuncties.