Propionzuur
In de kuil
Propionzuur is een vluchtig vetzuur (evenals azijnzuur en boterzuur) en heeft een onaangenaam scherpe zure geur en smaak. Tijdens het conserveringsproces in gras- en maiskuil worden onder gunstige omstandigheden uit de aanwezige suikers melkzuur, azijnzuur en propionzuur gevormd. Dit geeft een snelle daling van de pH-daling wat zorgt voor een goed geconserveerde kuil waarin broei en schimmels geen kans krijgen.
De som van azijnzuur en propionzuur maakt onderdeel uit van voederwaarde onderzoek, ontwikkeld door Eurofins Agro. Het optimumgehalte azijnzuur + propionzuur in graskuil ligt tussen de 20 en 35 g/kgds. Te lage gehalten stimuleren broei zodra de kuil geopend wordt en te hoge gehalten zijn ongewenst vanwege de smaak.
Azijn- en propionzuur zijn zwakke zuren wat betekent dat ze bij een lage pH een antibacteriële werking hebben op schimmels, gisten en ongewenste bacteriën. Bij een goed geconserveerde kuil met lage pH is de kans op broei dan ook minimaal. Propionzuur is vaak een belangrijk bestanddeel van inkuil-additieven.
In de pens
In de pens worden door pensmicroben vluchtige vetzuren gevormd (azijnzuur, propionzuur en boterzuur). Propionzuur wordt met name gevormd bij de afbraak van onbestendig zetmeel (bijvoorbeeld uit granen).
Propionzuur levert energie en wordt voornamelijk aangewend voor de vorming van lactose in de melk. Lactose is een bepalende factor voor de hoeveelheid melk. Een te hoog gehalte onbestendig zetmeel in het rantsoen vergroot de kans op pensverzuring als gevolg van de vorming van grote hoeveelheden propionzuur en andere vluchtige vetzuren.