Suiker - veehouderij (kuil)
Kennis van het suikergehalte in een kuil is altijd zeer informatief. Zo is suiker een indicatie voor de smakelijkheid van de kuil en draagt het bij aan de energievoorziening. Dit betekent niet dat een kuil met een laag suikergehalte per definitie onsmakelijk is.
Suikers dienen als brandstof tijdens de conservering en worden omgezet in melkzuur en azijnzuur. Melkzuur is een smakelijk zuur en een combinatie van een mooi suikergehalte en melkzuurgehalte geeft een smakelijke kuil. Een heel hoog suikergehalte (bijvoorbeeld hoger dan 15%) verhoogt het risico op pensverzuring.
Invloed op suikergehalte
Om het conserveringsproces succesvol te laten verlopen is een hoeveelheid suiker zeker gewenst. Het suikergehalte in het gewas is afhankelijk van diverse factoren. Het aantal zonuren draagt bijvoorbeeld bij aan het aandeel suiker in het gewas, evenals een korte veldperiode. Een korte veldperiode houdt het meeste suiker in het gewas.
Gras gemaaid in de avond bevat meer suiker dan gras gemaaid in de ochtend. Ook het droge stof gehalte bij inkuilen speelt een belangrijke rol; in droger gras hoeft minder suiker omgezet te worden in melkzuur om de kuil stabiel te krijgen.
Ook speelt het maaistadium een belangrijke rol. Oudere gewassen bevatten minder suiker en meer celwanden.