Maatregelen tegen AM en Chitwoodi
15 augustus 2023 - Aaltjes
De neerslag is tot stilstand gekomen en op diverse locaties begint men met de aardappeloogst. Dit is het geschikte moment om te overwegen bodemmonsters te nemen voor de detectie van aardappelmoeheid (AM) en/of Meloidogyne chitwoodi/fallax, teneinde schade te voorkomen.
Aardappelmoeheid wordt veroorzaakt door aardappelcysteaaltjes (Globodera spp.). Daarnaast zijn ook de wortelknobbelaaltjes Meloidogyne chitwoodi en M. fallax problematisch in de aardappelteelt. Beide soorten aaltjes voeden zich met de wortels van de aardappelplant, wat aanzienlijke schade veroorzaakt, waaronder opbrengstverlies, kwaliteitsverlies en exportbeperkingen.
Door de bodem vrijwillig te onderzoeken direct na de oogst, kan men in een vroeg stadium mogelijke besmettingen identificeren. Op basis van de analyseresultaten kunnen dan passende maatregelen worden genomen om problemen in komende teeltseizoenen te voorkomen.
Onderzoek naar Aardappelmoeheid
Uit de monsters die worden genomen door Eurofins blijkt dat met name Globodera in de afgelopen jaren is toegenomen (zie grafiek). Eurofins biedt intensieve bemonstering aan voor Aardappelmoeheid (AM) met een hoge detectiekans van meer dan 90%. Hierdoor kunnen beginnende haarden worden gelokaliseerd en voorkomen dat deze zich uitbreiden.
Intensief onderzoek naar de aanwezigheid van AM biedt de mogelijkheid om controle te verkrijgen over dit aaltje. Op basis van een vroege analyse kunnen maatregelen worden genomen om de AM-status van het uitgangsmateriaal voor de teelt te waarborgen. Bovendien wordt hiermee voorkomen dat er een officiële besmettingsverklaring wordt afgegeven, wat allerlei problemen met zich meebrengt.
Het AM-intensief 100-onderzoek is het meest gebruikelijke onderzoek voor aardappelmoeheid en hanteert een vaste prijs, ongeacht het aantal aangetroffen aardappelcysten. Daarnaast kan via DNA-onderzoek betrouwbaar de soort (Globodera pallida of Globodera rostalgiensis) worden vastgesteld.
Onderzoek naar Meloidogyne-aaltjes
Ook voor het nemen van monsters en onderzoek naar Meloidogyne-aaltjes geldt dat dit tijdig kan worden gedaan om verdere verspreiding te voorkomen. Eurofins biedt het Melo-Intensief onderzoek aan, waarbij onder andere M. chitwoodi en M. fallax worden geanalyseerd. Dit onderzoek maakt het mogelijk om percelen met grote betrouwbaarheid te controleren op de aanwezigheid van deze aaltjes.
Het Melo-intensief onderzoek omvat een DNA-test waarin alle vijf soorten Meloidogyne, waaronder M. chitwoodi en M. fallax, worden geanalyseerd. Het is raadzaam om dit onderzoek uit te laten voeren na de aardappeloogst, maar vóór 15 november. Dit onderzoek kan ook gecombineerd worden met het AM-intensief onderzoek.
Plan staalname nu in!
Onze staalnemer komt graag langs voor staalname. Wil je meer weten, neem dan contact op met de klantenservice.