Correcte bemonstering van de bodem

Correcte bemonstering van de bodem

23 mei 2024 - Expertartikel

Een goed resultaat van een bodem- of gewasanalyse begint bij een correcte monstername. Voor goed bodembeheer en een optimale opbrengst is het van belang dat de bemonstering een representatief beeld oplevert van de aanwezige nutriënten in de bodem.

De monsternemers van Eurofins Agro kunnen een grondmonster op twee manieren steken:

Op het verslag van het grondonderzoek vind je onder het kopje 'Contact & Info' volgens welke methode de monsters zijn gestoken.

Gestratificeerd bemonsteren

Voor percelen groter dan 5 ha, die worden aangemeld voor fosfaatdifferentatie, moet Eurofins Agro de wettelijk voorgeschreven gestratificeerde bemonsteringsmethode gebruiken.

Bij deze methode wordt het perceel geselecteerd dan wel ingetekend in de Eurofins Agro-software. Afhankelijk van de grootte van het perceel (maximaal 20 ha) wordt het perceel door de software opgedeeld in een aantal even grote vlakken (minstens 25, maximaal 33). Daarna berekent de software in ieder vlak een bemonsteringspunt. De monsternemer loopt de punten af en neemt een grondmonster(steek) op elk punt. De grond van alle steken gaat in één grondzak en vormt zo het mengmonster waarmee de analyse wordt uitgevoerd. Op het verslag wordt het perceel weergegeven en de coördinaten van de punten waar een steek is genomen.

Bemonsteren via W-methode

Bij de W-methode heeft de monsternemer in een W-patroon over uw perceel gelopen en daarbij minstens 40 steken tot de gewenste diepte (bij akkerbouw meestal 25 cm, voor grasland meestal 10 cm) genomen. De grond van al deze steken gaat in één grondzak en vormt het mengmonster waarmee de analyse wordt uitgevoerd.

Simulatie van W-bemonstering

Uit onderzoek is gebleken dat bij meer prikken in een perceel het resultaat betrouwbaarder is. Daarbij geeft 40 steken op een veld  een nauwkeurig resultaat. Met andere woorden het resultaat geeft een goed beeld van de nutriëntconcentratie in het perceel. In een simulatiestudie heeft Eurofins Agro het effect van verschillende typen van bemonstering (random prikken, in 40 horizontale strips, 40 verticale strips, in 40 blokken, W-patroon) op het uiteindelijke resultaat bekeken. Het resultaat van elke simulaties was een berekende concentratie. Daarna kon bepaald worden hoever de gesimuleerde concentratie afweek van de echte aanwezige nutriëntenconcentratie.

In figuur 1 is het resultaat van een W-bemonstering in een gesimuleerd relatief homogeen perceel en een heterogeen perceel weergegeven Hoe donkerder de kleur, hoe hoger de nutriëntconcentratie. Voor beide percelen geldt dat de gemiddelde nutriëntconcentratie gelijk aan 100 is. Het verschil zit hem dus in de verdeling van het nutriënt over het perceel.

Figuur 1: Bemonstering via het W-patroon (de ingetekende blauwe lijnen in de figuur) op een relatief homogeen en een heterogeen perceel.  De steken genomen via een W-patroon geven in beide gevallen een goed beeld van de nutriëntconcentratie in de bodem. Bron: Interne studie Eurofins Agro.

Meer weten over waarom 40 steken en de simulatiestudie. Kijk dan op onze wikipagina >

Representatief voor elk grond- en gewasmonster

Voor een representatief beeld van de bodem is een goede bemonstering noodzakelijk. De W-methode van Eurofins Agro met 40 prikken geeft een representatief beeld. Dit geldt ook voor het eventueel bijmesten van uw teelt. Ook dan is het van belang om een representatief beeld te krijgen van wat er nog in de grond zit, wat er beschikbaar kan komen en wat het gewas nog nodig heeft. BodemCheck en BijmestMonitor zijn speciaal voor het bijmestseizoen ontworpen en ook hier wordt bemonstering via de W-methode aangeraden. Benader hiervoor een van de onze monsternemers of neem zelf een monster.  

Kijk hier voor het protocol voor representatieve monstername > 

Bestel BijmestMonitor