Instraling kan PlantsapCheck-resultaten beïnvloeden
20 mei 2020
De hoeveelheid instraling heeft effect op de analyseresultaten van PlantsapCheck en van GewasCheck. Dat blijkt uit een recente proef op twee bedrijven waar tijdens een koude en warme dag is bemonsterd. De resultaten tonen aan dat de samenstelling van plantsap en van droge stof sterk kan variëren gedurende de dag. Bemonster dus altijd onder vergelijkbare omstandigheden.
De vraag hoeveel nutriënten heeft een gewas heeft opgenomen is belangrijk bij het optimaliseren van de bemesting. PlantsapCheck is een analyse van nutriënten in het plantsap en GewasCheck is de analyse van nutriënten in de droge stof.
Opname water en nutriënten
Water is voor een gewas van groot belang. Tijdens de opname van water neemt het gewas ook nutriënten op. Het kasklimaat speelt een grote rol bij dit proces. Twee mechanismen sturen de opname van water en het transport van nutriënten in de plant:
- worteldruk
- verdamping
Huidmondjes in het blad bepalen hoeveel verdamping er plaats vindt via het blad. Meer over verdamping en huidmondjes >
Praktijkproef
Op warme, zonnige dagen, zoals in april 2020 veel zijn voorgekomen, zal naar verwachting het droge stofgehalte en de samenstelling van het plantsap gedurende de dag veranderen. De wateropname loopt immers achter bij de verdamping.
Om deze hypothese te testen heeft Eurofins Agro samen met twee telers een experiment uitgevoerd. Op een koele dag met weinig instraling en op een warme dag met veel instraling zijn op verschillende tijdstippen op een dag bladmonsters genomen voor een plantsap en drogestofanalyse. In tabel 1 zijn de klimaatgegevens van de verschillende dagen weergegeven.
Tabel 1: Klimaatgegevens op de verschillende dagen
Datum | 23 april 2019 |
28 april 2020 |
6 mei 2020 |
Gewas | Paprika (P) | Komkommer (K) | Komkommer (K) |
Dagomschrijving | warm | koel | koel |
Gem.kastemp (oC) 1 | 22 | 21 | 24 |
Gem. buitentemp (oC)1 | 17 | 10 | 14 |
Gem. buitentemp (oC)2 | 16 | 11 | 12 |
Max. temperatuur (oC)2 | 22 | 12 | 17 |
Tijdstip (uur)2 | 15.00 | 18.00 | 18.00 |
Gem. RV% in de kas1 | 87 | 70 | |
Globale straling (W/m2) 1 | 208 | 89 | 589 |
1) bron: teler klimaatsysteem
2) bron: KNMI klimaatgegevens per uur
Drogestofgehalte
Uit de drogestofbepalingen blijkt dat zowel in het komkommer- als in het paprikagewas op warme dagen met een hoge instraling het drogestofgehalte van een gewas gedurende de dag toeneemt (zie figuur 1). Er zit dus minder water in de plant. Echter de grootte van verandering verschilt per gewas en per blad.
Figuur 1: Veranderingen in drogestofgehalte gedurende de dag voor paprika jong blad (P) en komkommer(K) oud en jong blad op een koele dag (28 april 2020) en op warme dagen (23 april 2019 en 6 Mei 2020). Bron: Eurofins Agro
Zo neemt het drogestofgehalte van jong blad van paprika- en komkommerplanten respectievelijk 30% en 20% toe gedurende een warme dag. Echter, het oude blad van komkommerplanten laat geen verschil in droge stof zien zowel niet op de warme als op de koele dag. Oudere bladeren zijn minder actief en zitten onderaan de plant en ondervinden daar minder last van een hogere of lagere instraling.
Nutriëntenopname
Er is ook een verandering van nutriëntensamenstelling in het plantsap gedurende de dag waar te nemen. Zo neemt in zowel oud als jong komkommerblad de plantsapconcentratie van magnesium (Mg) en calcium (Ca) gedurende de dag af. Dit is te verklaren uit het feit dat Ca in een plant zeer immobiel is, terwijl Mg deels mobiel is. Wat in plantsap wordt gemeten, is recentelijk opgenomen door de plant. Dit is anders dan bijvoorbeeld voor de mobiele nutriënten kalium (K) en nitraat (NO3), die tijdens de groei en ontwikkeling in de plant worden herplaatst.
Voor jong komkommerblad is de afname in Ca- en Mg-concentratie in plantsap gedurende een warme dag (resp. 30% en 20%) groter dan op een koelere dag (resp. 24% en 5%). Ca en Mg worden gelijktijdig opgenomen met water; als de wateropname lager is, zal er ook minder opgenomen worden. Op een warme dag, als de huidmondjes deels sluiten, is de opname van water lager en dus is de opname van nutriënten minder.
Conclusie
Bij een regelmatige bemonstering (wekelijks of iedere twee weken) is het voor een goede monitoring van de gewassamenstelling van belang om altijd op hetzelfde moment het gewas te bemonsteren. Het is nog beter om het gewas vroeg in de ochtend te bemonsteren voor PlantsapCheck en GewasCheck. De verdamping door het gewas is dan nog niet maximaal en het opgenomen water zorgt voor een goede turgor van de plant. Op deze wijze zijn verschillen tussen de (twee)-wekelijkse metingen te duiden aan verschillen in nutriëntenopname en niet aan verschillen in droge stof gehaltes.