BijmestMonitor

BijmestMonitor

Temperatuur en neerslag zijn ieder jaar anders. Dat heeft effect op de gewasgroei en op de opname van nutriënten. BijmestMonitor geeft handvatten om tijdens het seizoen te zorgen voor precies voldoende beschikbare nutriënten voor het gewas.

  • Precies genoeg nutriënten tijdens het seizoen
  • Optimale opbrengst en kwaliteit

Een vruchtbare bodem is de basis voor een optimale opbrengst, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin. BijmestMonitor is een product om de vruchtbaarheid van de bodem te bepalen op het moment van keuze binnen het groeiseizoen. Zelfs als de grond goed voorbereid is voor de teelt, is er onzekerheid tijdens het groeiseizoen. Zijn alle essentiële voedingsstoffen beschikbaar?

Dit heeft voor een groot deel te maken met weersinvloeden: neerslag en temperatuur. Maar ook de daadwerkelijke opname door het gewas hebben een groot effect op de beschikbaarheid van voedingsstoffen. Een controle tijdens het seizoen levert de juiste informatie om betere managementbeslissingen te nemen, zodat het gewas nooit te weinig of te veel meststoffen krijgt. Zo is de opbrengst te optimaliseren en het gebruik van inputs te beperken. Testen in het seizoen kan gedaan worden met BijmestMonitor, een combinatie van BodemCheck en GewasCheck. Een kenmerk van BijmestMonitor is dat de analyse snel wordt uitgevoerd. Hierdoor kunnen tijdens het seizoen de beste managementbeslissingen adequaat worden genomen.

Gebruik in combinatie met BemestingsWijzer

Terwijl BijmestMonitor tijdens het groeiseizoen kan worden gebruikt, registreert het onderzoek BemestingsWijzer de vruchtbaarheid van de bodem buiten het seizoen, wanneer de bodem in rust is. De informatie in BemestingsWijzer geeft inzicht in de chemische, fysische en biologische bodemeigenschappen van een perceel. Het kan daarmee telers helpen met het ontwerpen van het meest geschikte bemestingsplan voor hun percelen.

Het advies van BijmestMonitor kan worden geoptimaliseerd met behulp van de analyse resultaten (historische gegevens) van BemestingsWijzer. Lees hier meer over in de factsheet, pagina 17

Meer informatie over de BemestingsWijzer >

Lees meer

De resultaten van BijmestMonitor komen inclusief twee afzonderlijke bemestingsadviezen: één voor de komende vier weken en één tot het einde van de teelt.

  BodemCheck GewasCheck
Macronutriënten    
Stikstof
Nitraat
Ammonium  
Zwavel
Fosfor
Kalium
Calcium
Magnesium
Natrium
Chloride  
     
Micronutriënten    
Silicium  
IJzer
Zink
Mangaan
Koper
Kobalt
Borium
Molybdeen
Selenium
     
pH  
Geleidingsvermogen  
Droge stof (plant)  

 

 

Downloads

Hier vindt u achtergrondinformatie en voorbeeldverslagen.

Naam Datum Bestand
Instructie monstername BijmestMonitor, BodemCheck 14-07-2023
Voorbeeldverslag BijmestMonitor 06-01-2025
Gewassenlijst BijmestMonitor 23-04-2024
Methoden grondonderzoek 18-11-2024
Praktijkvoorbeelden BijmestMonitor 12-04-2024
Factsheet BijmestMonitor 12-04-2024

Methoden uitgebreid beschreven

Bodemanalyse

Bodemanalyses worden uitgevoerd in veldvochtige grond. Dit betekent dat de grond niet wordt gedroogd, maar direct aan de extractievloeistof (0.01M CaCl2)wordt toegevoegd. Hierna wordt het extract geschud en gefiltreerd volgens de procedure. De laatste stap van de analyse is in het laboratorium. Hier worden de volgende stappen uitgevoerd:

  • De pH wordt gemeten met een glaselektrode.
  • Het geleidingsvermogen wordt geschat aan de hand van andere bodemkenmerken.
  • Ammonium, nitraat, chloride en (ortho)fosfaat worden gemeten met een ‘discrete analyzer’ (DA) met fotometrische detectie.
  • De andere plantbeschikbare nutrieten worden gemeten met ‘inductively coupled plasma mass spectrometry’ (ICP-MS).

Gewasanalyse

Gewasanalyses worden gedaan op ovengedroogd plantenmateriaal. Het materiaal wordt gedroogd op 70 oC. Het gedroogde materiaal wordt vermalen tot 1mm. Om de verschillende elementen in het plantenmateriaal te meten, wordt het monster vernietigd door salpeterzuur toe te voegen en met monster vervolgens met microgolven te verhitten. Organische verbindingen worden op deze manier afgebroken en alle elementen komen in de oplossing terecht. Deze oplossing wordt vervolgens gemeten met de ICP-MS. Chloride en nitraat worden echter opgelost in een waterextract en gemeten met de DA.  

De totale hoeveelheid stikstof in de plant wordt gemeten met NIRS, omdat salpeterzuur stikstof bevat en daardoor die methode onbruikbaar is voor stikstof. De chemische referentiemethode voor stikstof in plantenmateriaal wordt bepaald volgens de Dumas-methodologie.

Vocht (of droge stof) wordt geanalyseerd door het monster voor- en na het drogen in de oven te wegen. Het resterende vocht in het plantenmateriaal is de vochtfractie die overblijft na het drogen in de oven.

NIRS

Nabij-infraroodspectroscopie (NIRS) werd voor vaste materialen ontwikkeld in de jaren 1960. NIRS maakt een snelle, kwantitatieve, niet-destructieve en kostenefficiente meting mogelijk van meerdere fysische, biologische en chemische bodem- en gewaskenmerken op basis van spectrale gegevens. Dit is mogelijk na het verzamelen van een grote dataset. Eurofins begon met het NIRS-systeem voor gewasanalyses in 1986 en voor bodemanalyses in 2003. Sindsdien zijn er meer dan 1.000.000 bodemmonsters geanalyseerd. Alle parameters die met NIRS worden geanalyseerd hebben een chemische referentiemethode. Op deze manier is Eurofins in staat geweest om de NIRS spectra, met toenemende precisie, te matchen met bodemparameters die veel worden gebruikt in de landbouw.

Advies

BijmestMonitor heeft een bemestingsadvies voor meer dan 100 gewassen en variëteiten. Het advies is gebaseerd op een standaard groeicurve voor dat gewas en ras.

Figuur 1: Standaard groeicurve voor consumptie- en zetmeelaardappel, met opname van stikstof (kg / ha) per week. De periode tussen T1 en T2 geeft het tijdsbestek weer van het bemonsteringspunt tot het punt ‘over 4 weken’. Het advies wordt als volgt berekend: de behoefte in week 7 (165 kg / ha) – de behoefte in week 4 (60 kg / ha) – de hoeveelheid minerale stikstof (Nmin) die al beschikbaar is in de grond.
 

Allereerst moet de opkomstdatum bekend zijn. Vanaf deze datum worden de groeifasen van het gewas berekend. De hoeveelheid voedingsstoffen die het gewas nodig heeft voor de komende vier werken wordt berekend zoals beschreven in Figuur 1 voor stikstof. De geadviseerde benodigde hoeveelheid stikstof wordt vervolgens gecorrigeerd met de plantbeschikbare hoeveelheid voedingsstoffen in de bodem middels het bodemonderzoek. Ook wordt het advies gecorrigeerd met de hoeveelheid voedingsstoffen die naar verwachting zullen worden nageleverd uit de voorraden in de bodem.

Ook wordt in het tot stand komen van het bemestingsadvies rekening gehouden met de gewasanalyse. De nutriëntenstatus van het gewas wordt vergeleken met de verwachte status in de groeifase. Als deze sterk afwijkt, wordt het bemestingsadvies aangepast. Als de werkelijke voedingstoestand in het gewas lager is dan verwacht, wordt de geadviseerde hoeveelheid meststof verhoogd. Wanneer de werkelijke voedingstoestand van het gewas hoger is dan verwacht, wordt de geadviseerde hoeveelheid meststof verlaagd.

In het tot stand komen van het bemestingsadvies wordt ook rekening gehouden met de verwachte opbrengst. Het bemestingsadvies is gebaseerd op een gemiddelde opbrengst, maar kan door omstandigheden afwijken. De verwachte opbrengst is daarom een belangijk gegeven dat door de gebruiker opgegven kan worden.

Advies op basis van historische gegevens

Zoals eerder vermeld, wordt in het bemestingsadvies rekening gehouden met de naleveringscapaciteit van de bodem (stikstofleverend vermogen, organische stof, kationenuitwisselingscapaciteit (CEC) en CEC-verzadiging). Deze naleveringscapaciteit kan worden afgeleid van eerdere bodemmonsters die door dezelfde klant op hetzelfde perceel zijn genomen. Deze historische waarden kunnen tot 2000 dagen terug worden getraceerd en zijn verbonden met GPS. Om deze extra correctie te gebruiken, is het noodzakelijk dat er in het verleden een BemestingsWijzer of Bodem onderzoek is gebruikt. Als er geen koppeling tussen historische monsters via GPS mogelijk is, wordt er gebruikt gemaakt van een gemiddelde naleveringscapaciteit voor de berekening van het advies.

Methoden

Eurofins Agro analyseert monsters via volgens voorgeschreven en vastgelegde methoden. Op het analyseverslag staat de methode beknopt beschreven. Hier zie je ook welke methode door de Raad van Accreditatie is geaccrediteerd. We zetten dan een Q achter de methode.

Kijk op onze Accreditatie pagina voor het document “Methoden grondonderzoek” met een uitgebreide beschrijving van de methoden. Dit document is een aanvulling op de informatie op het analyseverslag.

Veelgestelde vragen

Ik heb net bemest, kan ik dan BijmestMonitor laten uitvoeren?

Ja dat kan. Maar houd er dan wel rekening mee dat er hogere gehaltes van de bemeste nutriënten kunnen worden aangetroffen. Het is daarom beter om BijmestMonitor te laten uitvoeren net voor de bemesting. Zo ontvangt u een advies gebaseerd op de gehaltes in de bodem en die het gewas heeft opgenomen en is het bemestingsadvies nauwkeuriger afgestemd op de resterende behoefte van het gewas.

Waarom adviseren jullie om minder dan 1 ha te bemonsteren voor BijmestMonitor?

Bij monstername groter dan 1 hectare kan de mogelijke bontheid van het perceel de resultaten beïnvloeden. Door een klein gebied te bemonsteren, wordt dit probleem grotendeels ondervangen. Wij adviseren bovendien bemonstering op één specifieke, representatieve plek. Deze plek wordt met GPS vastgelegd, zodat een volgende monstername binnen dezelfde teelt op dezelfde plek kan plaatsvinden. Of neem een BijmestMonitor op een goede plek en op een slechte plek. Zo krijg je inzicht in de oorzaak van de verschillen.

Hoe kan het dat ik na een week nog geen uitslag heb ontvangen?

Een correcte analyse van bodem en gewas is van groot belang. In principe ontvangt u een verslag drie werkdagen na ontvangst van het monster in het lab in Wageningen. Echter, als bij de bepaling van de nutriëntensamenstelling blijkt dat de gemeten waarden afwijken van de verwachte waarden, voeren wij een heranalyse uit. Zo bent u er zeker van dat u de werkelijke gehaltes op rapport krijgt. Een heranalyse kan vertraging veroorzaken.

Ik heb veel stikstof (N) bemest, maar ik zie maar weinig minerale N terug op het verslag. Hoe kan dat?

Het gewas heeft heel efficiënt stikstof (N) opgenomen. Check voor de zekerheid of het gewasdeel hoge N-cijfers heeft. Zo niet, dan kan er veel N zijn uitgespoeld zijn. Als het heel nat is geweest, kan N zijn vervluchtigd. Vaak is de N ook opgenomen door het bodemleven en deze N komt dan later weer vrij.

 

Is het advies voor bladbemesting of korrelbemesting?

We geven een nutriëntenadvies, maar niet welk product of in welke vorm de meststof moet worden gegeven. In het bodemdeel wordt de pH gemeten, de beschikbaarheid van nutriënten hangt hiermee nauw samen. Dit geldt bijvoorbeeld voor ijzer, zink en mangaan. Overleg met je adviseur over welke product het beste past.

Ik gebruik dit jaar het land van mijn buurman. Die heeft een uitgebreid bodemonderzoek (BemestingsWijzer). Waarom kan ik deze resultaten niet gebruiken?

De koppeling gaat op basis van klantnummer en GPS. Data die aan een ander klantnummer (een ander bedrijf) zijn gekoppeld, kunnen nog niet worden gekoppeld aan het betreffende perceel. Daarnaast mag Eurofins, vanwege privacyredenen, geen verslagen delen met derden.