Magnesium in de tuinbouw
25 augustus 2021
Magnesium is een van de hoofdelementen als het gaat om plantenvoeding. Magnesium speelt een belangrijke rol in de energievoorziening van de plant en is ook voor de werking van enzymen essentieel. De opname van magnesium kan door aanwezige kalium en calcium worden beïnvloed. In de serie over voedingselementen voor tuinbouwgewassen dit keer aandacht voor magnesium (Mg).
Ook aan de orde in deze serie: stikstof (N), fosfor (P), kalium (K), calcium (Ca), zwavel (S) en ijzer (Fe).
Magnesium is een belangrijk voedingselement voor de groei en ontwikkeling van een plant. Bij gebrek aan magnesium ontbreekt het de plant aan energie, met alle gevolgen van dien. Magnesium is dan ook net als stikstof, fosfaat en kalium één van de hoofdelementen van een plant. Wat is het belang van een goede magnesiumvoorziening en hoe kunnen magnesiummeststoffen optimaal in het bemestingsplan worden ingezet?
Magnesium in de plant
De plant neemt magnesium op als een tweewaardig positief geladen ion (Mg2+) en slaat het ion, net als calcium, in de vorm van pectinaten of phytinezuur op. In tegenstelling tot calcium worden echter ook in het cytoplasma (dit is de gehele plantencel, behalve de celkern) hoge gehalten aan magnesium aangetroffen. Magnesium is vooral van belang voor de energiehuishouding van de plant. Daarnaast speelt magnesium een belangrijke rol in vele enzymen in de plant en is het betrokken bij de regulering van de pH in de bladgroenkorrels.
Een algemeen verschijnsel bij de opname van magnesium is de sterke negatieve interactie met kalium, calcium en natrium. Met name kalium en calcium kunnen de opname van magnesium sterk blokkeren. Kalium is zeer mobiel en calcium is vaak in grote hoeveelheid aanwezig in de grond. Dat magnesium wordt geblokkeerd heeft met name te maken met de regulering van de lading in de plant zelf. De som van de positieve lading in een plant wordt vrijwel constant gehouden, maar de verhouding tussen de elementen verandert. Naarmate de kaliumvoorziening hoger is en calcium voldoende in de plant aanwezig is, neemt de hoeveelheid magnesium af.
Magnesium in de grond
De plant neemt vanuit de grond magnesium op in de vorm van het tweewaardige Mg2+-ion. De hoeveelheid Mg2+-ionen in de bodemoplossing is doorgaans kleiner dan de hoeveelheid Ca2+ en K+, hetgeen de opname van Mg2+-ionen bemoeilijkt. Bij grondgebonden teelten in kustgebieden kan ook natrium de opname van magnesium sterk in de weg zitten, vanwege de grote mate van mobiliteit van natrium in zowel bodem als plant. Op zure gronden tenslotte komen grote hoeveelheden H+-ionen, al dan niet in combinatie met aluminium Al3+, ijzer Fe2+ en/of mangaan Mn2+ in de bodemoplossing voor. Deze elementen kunnen de magnesiumopname sterk blokkeren.
Daarnaast is op gronden met een pH lager dan 5,5 de magnesium sowieso minder in oplossing in de bodem. In dat geval komt magnesium in de grond vooral voor als neergeslagen zout, al dan niet in combinatie met van nature aanwezige mineralen die magnesium bevatten.
Na bekalking kunnen de neergeslagen zouten weer in oplossing gaan, waarna het magnesium weer opneembaar is voor de plant. In het geval dat het magnesium in mineralen aanwezig is, is het niet beschikbaar voor de plant. Pas na verwering van een mineraal kan magnesium langzaam vrijkomen. De belangrijkste magnesiumzouten in de grond zijn magnesiumsulfaat (MgSO4), magnesiumcarbonaat (MgCO3) en dolomiet (CaCO3. MgCO3). Het absolute gehalte van magnesium in de grond is sterk afhankelijk van de grondsoort.
Magnesium bijmesten
Er zijn verschillende meststoffen verkrijgbaar waarmee magnesium kan worden toegediend. Bij grondgebonden teelten is het voor de uiteindelijke keuze van een magnesiummeststof belangrijk om te weten of het gaat om een reguliere magnesiumbemesting of om het aanpakken van een structureel optredend te kort aan magnesium.
De snelheid waarmee het magnesium in oplossing gaat of via blad wordt opgenomen, bepaalt of het gewenste effect wordt bereikt. Dit wordt bepaald door de vorm waarin magnesium in de meststof aanwezig is. De oplosbaarheid van verschillende magnesiumverbindingen in meststoffen, is weergegeven in onderstaande oplosbaarheidsreeks, van links naar rechts in afnemende oplosbaarheid. MgNO3 > MgSO4 > MgCl > MgCO3 > MgO.
MgO – ook wel magnesiet genoemd – is eigenlijk geen meststof. Dit geeft echter verwarring, want het gehalte aan magnesium in meststoffen wordt uitgedrukt in procenten MgO. Dat wil echter niet zeggen dat het magnesium ook daadwerkelijk als magnesiet aanwezig is in de meststof. In 95% van de meststoffen zal dat zeker niet het geval zijn. Er worden vanwege de prijs nog weleens goedkope mengmeststoffen ingezet die wel magnesiet bevatten.
De meest voorkomende kunstmeststoffen die bruikbare magnesiumverbindingen bevatten, zijn kieseriet (25% MgO) en bitterzout (15-16% MgO). Kieseriet is in korrelvorm verkrijgbaar en bitterzout is een kristallijn product, dat ook te spuiten is met de veldspuit. Bitterzout is daardoor bij uitstek geschikt om snel een gebrek te verhelpen. Dat kan eveneens met een vloeibaar magnesiumnitraat. Een product dat net als kieseriet is in te zetten als korrel in reguliere bemestingsplannen is patentkali. Hiermee wordt naast 30% kalium ook 10% magnesium gegeven.
Daarnaast zijn er verschillende enkelvoudige en samengestelde meststoffen op de markt waar al dan niet bewust magnesium aan is toegevoegd. Zo bevat magnesamon (MAS) zo’n 7% MgO en KAS soms 4% MgO. Dit is echter in de vorm van carbonaat en daarmee langzamer vrijkomend. In mengmeststoffen is magnesium meestal aanwezig in sulfaatvorm, waardoor dit relatief snel beschikbaar komt voor opname.
Een andere manier van magnesium toedienen is in combinatie met bekalking. Diverse kalkmeststoffen bevatten 5 tot 20% MgO. Dit is allemaal in carbonaatvorm aanwezig en daarmee langzaam werkend. Deze producten dienen dan ook voorafgaand aan het groeiseizoen gegeven te worden.
Magnesium analyseren
In potgrond wordt vaak een standaard basisbemesting met Pg-mix gegeven, afhankelijk van de hoeveelheid langzaam werkende meststoffen die ook nog worden gegeven. Voor verschillende boomkwekerijgewassen ligt de Pg-mix-dosering tussen de 0,5 en 1,0 kg per m3, en wordt deze basisbemesting gecombineerd met 2-5 kg per m3 koolzure magnesiakalk (met 10% MgO).
Als u tijdens de teelt een monster van uw substraat laat analyseren, wordt er in het laboratorium een extract gemaakt. In het extract wordt onder andere magnesium gemeten. In verse kokos meten we magnesium in het extract en ook in een extract met bariumchloride (onderzoekcode 421), om te bepalen of het substraat voldoende gebufferd is.
Eurofins Agro kan magnesium in (kas)grond analyseren, bijvoorbeeld in het bodemvocht of gebonden aan het kleihumus complex. In zandgronden ligt het gehalte vaak tot een factor 10 lager dan in kleigronden. Dit wordt veroorzaakt doordat in zandgronden de bindingscapaciteit kleiner is, waardoor magnesium in zandgronden veel mobieler is dan in kleigronden. Net als calcium levert ook magnesium een bijdrage aan een stabiele structuur in kleimineralen. Ongeveer 10% van het klei-humuscomplex is bezet met magnesium (de Mg-CEC), maar de verschillen tussen verschillende kleimineralen zijn groot. De bezetting van het CEC-complex wordt onder andere gemeten met KasgrondVoorraad grondonderzoek.
Eurofins Agro kan magnesium óók in het gewas analyseren. Het gehalte aan magnesium is in een jong blad meestal lager dan in oud blad. We zien het magnesiumgehalte meestal continu stijgen met het ouder worden van de plant. In de gewasanalyse wordt magnesium weergegeven in mg per kg of in mmol/kg drogestof als het via de drogestof analysemethode wordt gemeten. Het magnesiumgehalten in plantsap wordt weergegeven in mg per liter of mmol per liter.
Tot slot kan Eurofins Agro het gehalte magnesium in zowel vaste als vloeibare (gecoate) minerale meststoffen analyseren. Het gehalte magnesium wordt weergeven in gewichtsprocenten of in mmol.
Meer weten?
Neem contact op klantenservice Horti >