VKA-leden scoren hoger met CO2-opslag dan landelijk gemiddelde
6 september 2023 - Veehouderij
De vereniging Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers (VKA) heeft samen met Eurofins Agro de koolstofopslag in de bodem bij VKA-leden over tien jaar in kaart gebracht. Eén van de conclusies is dat VKA-leden in tegenstelling tot het landelijk gemiddelde een stijgende trend in koolstofopslag laten zien.
Aanleiding voor de gezamenlijke analyse door de VKA en Eurofins Agro is dat vanuit de samenleving steeds meer aandacht is voor koolstofopslag in de bodem met het oog op duurzaam geproduceerd voedsel. Het vastleggen van koolstof (CO2) uit de atmosfeer in organische stof in de bodem draagt bij aan het terugdringen van de opwarming van de aarde en verbetert bovendien de bodemgezondheid. Boeren en tuinders staan aan het roer als het gaat om duurzaam bodembeheer. Maar waar staan we nu eigenlijk? Hoeveel koolstof wordt daadwerkelijk vastgelegd en groeit het koolstofaandeel in de bodem? Met Soil Carbon Check van Eurofins is de koolstofvastlegging in de bodem in kaart te brengen.
Koolstof wordt in de bodem vastgelegd in organische stof. Organische stof is de kern van de bodemgezondheid. Het is voedsel voor het bodemleven en levert door mineralisatie onder andere stikstof en zwavel. Ook draagt het bij aan de bewerkbaarheid van de bodem, het watervasthoudend vermogen en de doordringbaarheid voor wortels. Bovendien bindt organische stof nuttige voedingsstoffen zoals kalium, calcium en magnesium.
Landelijke cijfers
In Nederland is de koolstofopslag stabiel, blijkt uit Eurofins-data. Dit houdt in dat de opgeslagen koolstof niet als CO2 de lucht ingaat, maar dat dus ook geen extra CO2 gebonden wordt. Vergeleken met andere landen in Europa is dit uniek. De landen om ons heen laten over het algemeen een daling zien van koolstofopslag in de bodem.
VKA-leden scoren hoger
In de bodem van de percelen van VKA-leden is ten opzichte van de landelijke cijfers het tegengestelde effect zichtbaar en stijgt de koolstofopslag in gras- en bouwland. De bodems van zowel grasland als bouwland van VKA-leden zijn geanalyseerd met Soil Carbon Check. De data is gebaseerd op Eurofins monsteruitslagen van ruim 15.000 percelen van de VKA-leden. Vooral bij grasland is bij de bodems van de VKA-leden een verschil te zien ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde.
‘Gemiddeld doen de deelnemers het zo’n 5% beter dan het landelijk gemiddelde en wordt er steeds meer koolstof gevonden’, aldus Bob Fabri, International Productmanager Forrage bij Eurofins.
Bouwland ligt op het landelijk gemiddelde, maar ook daar is een stijgende lijn zichtbaar.
Figuur 1: Ontwikkeling van de koolstofopslag in de percelen bemonsterd als bouwland en grasland in de periode 2012-2013. Data gebaseerd op 15.000 monters genomen bij VKA-leden. Bron: Eurofins 2023
Meer CO2 in bodem
Ten opzichte van 2012 is de koolstofopslag in de bodems van grasland met een ton gestegen. Fabri legt uit: ‘Vanwege de weersomstandigheden in 2016 en 2020 zijn schommelingen te zien, maar het is de algehele trend dat er meer koolstof opgeslagen wordt in de bodem. Dit heeft een positieve invloed op de klimaatverandering, er wordt namelijk elk jaar een beetje extra CO2 gebonden in de bodems. Omdat grasland meer organische stof bevat dan bouwland, heeft bouwland meer management nodig om koolstof op te slaan. Hier zien we een grotere stijging dan bij grasland. In tien jaar tijd is hier gemiddeld 2 ton extra koolstof opgeslagen. Dit komt overeen met ruim 7 ton CO2. Met goed management kan extra opslag van zo’n 2 ton CO2 op jaarbasis gerealiseerd worden. Veel hoger is in de praktijk echt niet haalbaar.
VKA-leden aan het woord
Data-analist Jur Eekelder van de VKA sprak met twee VKA-leden over hun management en de rol van organische stof op hun bedrijf. Een eerste VKA-lid die opvalt vanwege een stijgende koolstofopslag voor enkele percelen is melkveehouder Pascal Klein Holkenborg uit Zieuwent. Pascal is al vanaf 2016 lid van de VKA en streeft naar goed bodemmanagement. Eén van de percelen die uit de data goed naar voren komt herkent Pascal direct. Hij vertelt: ‘Dit perceel in kwestie heeft zeker geen zandgrond in vergelijking tot de meeste percelen hier. Het perceel is wat leemachtig en valt op door de goede, constante opbrengsten in jaren van droogte. Het is een rotatieperceel, na enkele jaren bouwland is het in het najaar van 2021 weer ingezaaid met grasklaver. Het is een maaiperceel dat altijd goed produceert.’ Pascal heeft geen specifieke maatregelen genomen voor de opbouw van koolstof: ‘We zijn hier niet bewust mee bezig, maar wel proberen we de juiste landbouwpraktijk toe te passen en zo goed mogelijk met onze bodem en bemesting om te gaan. Goed management en een goed en doordacht bouwplan, waar de VKA mij ook zeker wat heeft geleerd, is voor ons belangrijk.
Een ander bedrijf dat goed scoort op enkele percelen is het melkveebedrijf van Fons, Ria en Rosalie Brinke in Beltrum. Ook de familie Brinke is, mede door de kennisdeling binnen de VKA, bewust bezig met het landgebruik. Rosalie: ‘Het verbaast mij niet dat het perceel waar onze droge koeien op weiden goed scoort. Dit perceel is al 25 jaar lang blijvend grasland. Het perceel wordt jaarlijks bemest zoals de overige graslanden, maar de droge koeien weiden hier ook op.’ Ook de bouwlandpercelen van Brinke laten een positieve trend zien. ‘We hebben relatief veel vaste mest omdat de pinken in de winter op de grup staan. Al deze vaste mest wordt toegepast op de bouwlandpercelen. Daarbij hebben we ook actief compost aangevoerd op percelen die laag zaten in organische stof-gehalte. De laatste jaren wordt er niet meer geploegd, maar gespit op minimale diepte. De groenbemester wordt chemievrij ondergewerkt.’
Trots op het resultaat
Bob Fabri concludeert: ‘Bij beide melkveehouders is het goed te zien dat met name het organische stofgehalte ervoor zorgt dat er ook meer koolstof opgeslagen wordt. Om dit goed te doen is een rekensom nodig, wat haal je van het land? Wat blijft erachter? En welke mestsoorten komen op het land? De voorbeelden van deze twee bedrijven laten heel mooi zien dat het mes aan twee kanten kan snijden. De percelen zijn minder droogtegevoelig, het gras groeit dus langer door. En tegelijk neemt de koolstofopslag over de jaren geleidelijk toe.
Jur Eekelder vult aan: ‘Het is mooi te zien hoe de samenwerking en inzichten die binnen de VKA gedeeld worden ook terug te zien zijn in de data. Ik denk dat we hier als VKA-deelnemers trots op mogen zijn.’