Zwavel in de tuinbouw

2 november 2021

Zwavel is onmisbaar voor de groei en ontwikkeling van planten. Zwavel maakt namelijk onderdeel uit van belangrijke eiwitten en aminozuren. Een tekort aan zwavel uit zich vooral door verminderde groei en geelverkleuring van het blad. Eurofins Agro kan zwavel analyseren in potgrond, water, gewas, kasgrond en meststoffen. 

Een artikel in de serie over voedingselementen in de tuinbouw. Ook aan de orde in deze serie: stikstof (N)fosfor (P)kalium (K)calcium (Ca)magnesium (Mg) en ijzer (Fe).

Zwavel wordt als tweewaardig negatief geladen molecuul (SO42-) opgenomen door de wortels. Daarnaast kan zwavel ook als SO2 uit de atmosfeer, via de bladeren worden opgenomen. Tegenwoordig zit er weinig zwavel meer in de lucht; de bijdrage in de gewasopname van zwavel via de lucht is dan ook zeer gering.

In de plant vormt zwavel een belangrijk onderdeel van twee aminozuren (cysteïne en methionine). Door de aaneenschakeling van verschillende aminozuren worden eiwitten in de plant gevormd. Zij vormen de structuur van de plant. De ruimtelijke structuur van deze eiwitten wordt gestabiliseerd door zogenaamde cysteïne-bindingen (ook wel zwavelbruggen genoemd) tussen aminozuren. Daarnaast komt zwavel ook voor in co-enzymen en vitaminen.

Zwavel in de grond

Zwavel komt in de grond voor in minerale vorm (gips en MgSO4) en in organisch gebonden vorm. Dat is zowel in dierlijke als in plantaardige celstructuren. Deze laatste dienen eerst door bodemorganismen te worden afgebroken alvorens zwavel voor opname beschikbaar komt. Voor zwavel is de waterdoorlatendheid van een bodemprofiel van groot belang. In geval van zuurstofloze situaties in de grond, kan zwavel met ijzer en mangaan respectievelijk FeS2 en MnS of MnS2 vormen. In combinatie met fijn zand en organische stof kan er dan een storende, donkere laag ontstaan die ook wel ‘black layer’ genoemd wordt. Het daarbij ontstane H2S geeft de bekende rotte eieren lucht.

Zwavel bijmesten

In veel samengestelde meststoffen met fosfaat, zowel minerale kunstmest als organische mest, komen ook aanzienlijke hoeveelheden zwavel voor. Het zwavelgehalte in de meeste gewassen bedraagt 0,1 - 0,5% van de droge stof. Wordt in het bemestingsplan gekozen voor bijvoorbeeld kalium meststoffen, waarbij kalium als kaliumsulfaat aanwezig is, dan wordt in de meeste gevallen voldoende zwavel aangevoerd om in de behoefte van de plant te voorzien. Hetzelfde geldt, als er wordt gekozen voor zwavelzure ammoniak, kieseriet of bitterzout.

Wordt er bemest met een A- en B-bak-systeem dan wordt regelmatig gevraagd om een recept zonder kaliumsulfaat in de B-bak. Dit vanwege de matige oplosbaarheid van deze meststof. Dit is echter alleen het geval als de meststof is gemaakt van mineralen. Wordt de meststof gemaakt van zuren en basen, zoals bijvoorbeeld kaliumsulfaat (solupotasse), dan is de oplosbaarheid prima.

Zwavel analyseren

Een tekort aan zwavel uit zich vooral door verminderde groei en geelverkleuring van het blad. De symptomen lijken sterk op die van stikstof-, kalium- en ijzergebrek. Zwavelgebrek komt het meeste voor bij hoge N-bemesting. Overmaatverschijnselen van zwavel zijn niet bekend.

Eurofins Agro kan zwavel analyseren in potgrond, water, gewas, kasgrond en meststoffen. Het gehalte wordt dan weergegeven in gewichtsprocenten of mmol per liter of mg per kg.