Aaltjes in kassen zijn vaak tropische soorten
10 september 2020
In de glastuinbouw kunnen allerlei aaltjes voorkomen. In de glastuinbouw hebben we vooral te maken met tropische soorten die in buitenteelten niet voorkomen. Het aaltjesonderzoek voor glastuinbouw houdt hiermee rekening.
Wortelknobbelaaltje
“In de groenteteelt onder glas komen met name de tropische Meloidogyne-soort M. javanica en M. incognita en M. hapla (noordelijk wortelknobbelaaltje) voor”, aldus Poot. “Schade is bekend bij onder andere tomaat, komkommer, aubergine en paprika.”
De laatste jaren zijn er ook steeds meer problemen in de snijteelt met deze aaltjes. Er komen onder andere besmette monsters binnen van chrysant, gerbera en roos. Ook in substraatteelt kunnen wortelknobbelaaltjes voorkomen. Bij roos op substraat wordt voornamelijk M. hapla aangetroffen.
Wortelknobbelaaltjes hebben invloed op de fysiologie van de plant. Op de plaatsten waar de aaltjes de wortel binnen dringen worden reuzencellen gevormd. Dit is aan de buitenkant te zien door een knobbeltje of een verdikking van de wortel. De eitjes worden in en op de knobbels gelegd in een soort gelatinepakketje. Eén pakketje bevat 300 tot 500 eitjes. De eitjes hebben maar 5 à 10 graden nodig om uit te komen, wat dus altijd het geval is in kassen.
Wortellesieaaltje
Een ander soort dat regelmatig voor schade in de glastuinbouw zorgt is Pratylenchus (wortellesieaaltjes). “Pratylenchus penetrans kan schade veroorzaken in onder andere chrysant, alstroemeria, paprika en tomaat. Er komen ook tropische Pratylenchus-soorten voor. In alstroemeria wordt bijvoorbeeld P. bolivianus aangetroffen. Dit komt niet vaak voor, maar wanneer er een besmetting van P. bolivianus aanwezig is, is deze vaak hoog en kan tot grote problemen leiden. In substraatteelt lijkt de schade door Pratylenchus voor minder problemen te zorgen, maar de aaltjes kunnen wel voorkomen.”
Dit type aaltjes dringt de wortel binnen en baant zich een weg tot diep in de wortel. De cellen waar de aaltjes langs komen, worden leeggezogen en sterven af. Dit is aan de buitenkant te zien door bruine vlekjes (lesies). De aaltjes blijven hun hele leven mobiel en kunnen de afstervende wortels weer verlaten en nieuwe wortels infesteren. De eitjes worden los in de grond of in de wortels gelegd. Pratylenchus penetrans legt vijf weken lang elke dag 1 à 2 eitjes. De eitjes komen, bij warme temperaturen zoals in kassen, al na 9 tot 12 dagen uit.
Virusoverdracht door LX en trichodoriden
Andere aaltjes veroorzaken vooral indirecte schade aan het gewas door het overbrengen van virussen. Dit betreft met name de soorten Longidorus en Xiphinema (LX) en trichodoriden. Zo kunnen bepaalde LX-aaltjes het Arabis mozaïekvirus, het latent aardbeikringvlekkenvirus en het tomatenzwartkringvirus overdragen.
Meer weten?
Neem contact op horti@eurofins.com of bel met onze klantenservice via 088 876 1014.