Bodemziekte in beeld: Meloidogyne chitwoodi/fallax
13 augustus 2023
Meloidogyne chitwoodi en M. fallax zijn quarantaine-organismen waarvoor speciale fytosanitaire regels gelden. Vermeerderingsmateriaal moet daarom vrij zijn van deze aaltjes. Een besmetting kan grote financiële gevolgen hebben door gewasschade en afkeuring van partijen zoals pootgoed.
Deze aaltjes veroorzaken een verminderde kwaliteit en opbrengst bij o.a. aardappel, peen, erwten, schorseneer, dahlia en gladiool. Ook suikerbiet, ui, mais en granen kunnen lichte tot matige schade ondervinden.
Levenswijze
Wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne) veroorzaken vooral problemen op zand-, dal-, zavel en lichtere kleigronden. Wortelknobbelaaltjes hebben invloed op de fysiologie van de plant. Op de plaatsten waar de aaltjes de wortel binnen dringen worden reuzencellen gevormd. Dit is aan de buitenkant te zien door een knobbeltje of een verdikking van de wortel. De eitjes worden in en op de knobbels gelegd in een soort gelatinepakketje. Eén pakketje bevat 300 tot 500 eitjes. De eitjes komen spontaan uit wanneer de bodemtemperatuur boven de 5 à 10°C uitkomt. Lokstoffen spelen bij wortelknobbelaaltjes geen rol. Hierdoor is de natuurlijke sterfte bij het ontbreken van een geschikte waardplant of zwarte braak erg groot. Meloidogyne chitwoodi en M. fallax hebben in Nederland twee tot drie generaties per groeiseizoen. De combinatie van meerdere generaties en het hoge aantal eitjes dat wordt gelegd, zorgt ervoor dat een populatie binnen een jaar sterk kan toenemen.
Herkenning
Het verraderlijke van aantasting door M. chitwoodi en M. fallax is dat in veel gevallen bovengronds geen schade is te zien. De herkenning in het veld is in het begin te constateren door inspectie aan de wortels. Bij M. chitwoodi en M. fallax is er sprake van onopvallende langgerekte knobbels zonder zijwortelvorming. Op knobbelvorm zijn M. chitwoodi en M. fallax niet van elkaar te onderscheiden.
Bij gladiool komt M. chitwoodi voornamelijk voor in de wortels en sporadisch in de knollen. Bij infectie van het knolweefsel kunnen uitstulpingen op de knolbasis en aan de zijkant van de knol ontstaan. Bij dahlia is een aantasting door M. chitwoodi en M. fallax zowel in de wortels als in de knollen zichtbaar. De symptomen lijken op oppervlakkige wratten, maar zijn vaak niet duidelijk zichtbaar. Meer over aaltjes bij bloembollen >
Om zeker te weten met welke aaltjes u te maken heeft, is aaltjesonderzoek noodzakelijk. Verder veroorzaken M. chitwoodi en M. fallax in veel gevallen knobbels op aardappel, peen en schorseneer. Deze kwalitatieve schade kan leiden tot afkeuringen en grote financiële gevolgen hebben.
Foto 1: M. chitwoodi/fallax in aardappel. Bron: aaltjesschema.nl
Foto 2: M. chitwoodi/fallax in peen. Bron: aaltjesschema.nl
Foto 3: M. chitwoodi/fallax in wortels van gladiool. Bron: aaltjesschema.nl
Foto 4: M. chitwoodi/fallax in erwt. Bron: aaltjesschema.nl
Beheersing
- Gebruik schoon uitgangsmateriaal (controleer ook zelf uw eigen uitgangsmateriaal).
- Teel uitgangsmateriaal alleen op M. chitwoodi/fallax vrije percelen.
- Voer aaltjesonderzoek uit om te kijken of het perceel vrij is.
- Het beste bemonsteringstijdstip om M. chitwoodi/fallax aan te tonen is na de oogst van een sterk vermeerderend gewas, zoals aardappel. De grootste pakkans is voor 15 november. Laat bij voorkeur een Melo-Intensief onderzoek uitvoeren met maximaal 1 monster per hectare.
- Aaltjesonderzoek kan ook in het voorjaar worden uitgevoerd. De pakkans is door de wintersterfte lager als in het najaar, maar geeft wel inzicht in de actuele aantallen en de te verwachtte schade voor de aankomende teelt.
- Teel voorafgaand aan een gevoelig gewas een gewas dat M. chitwoodi/fallax niet of weinig vermeerdert, zoals witlof, cichorei, ui, zomergerst, luzerne, resistente stamslaboon en diverse bolgewassen, zoals lelie.
- Let op de keuze van een groenbemester. Voor M. chitwoodi zijn bladrammenasrassen met een zeer hoog resistentieniveau beschikbaar. De afname is bij deze rassen gelijk aan de natuurlijke afname bij zwarte braak in de winter. Wanneer er een groenbemester of bladrammenasras wordt geteeld waarop deze aaltjes wel kunnen vermeerderen, help je ze de winter door en eindig je met hogere beginpopulaties in het voorjaar.
- Door de grotere sterfte bij oplopende temperaturen zorgt uitstel van zaai- en planttijdstip in het voorjaar voor een sterke verlaging van de beginbesmetting en daarmee het risico op schade.
- Maak gebruik van korte teelten zoals spinazie en sla, deze werken dan als een soort vanggewas. De jonge aaltjes (juvenielen) dringen de wortel binnen, maar door de korte teeltduur kunnen ze hun levenscyclus niet voltooien. Bewerk de grond direct na de oogst, zodat er geen hergroei plaatsvindt.
- Hanteer een strikte bedrijfshygiëne (onkruidbeheersing, machinereiniging, afvoer van zeef- en sorteergrond). Bewerk een besmet of verdacht perceel zoveel mogelijk als laatste.
- Zorg voor een goede onkruidbestrijding. M. chitwoodi/fallax kan zich ook goed vermeerderen op een aantal onkruiden.
- Granulaten kunnen schade niet voorkomen maar deels beperken. Let op, toelating van granulaat verschilt per gewas.
- Inunderen is een heel effectieve methode gebleken tegen M. chitwoodi/fallax. De bodemtemperatuur moet hoog genoeg zijn voor een volledige doding waardoor inundatie in de zomermaanden wordt uitgevoerd. Zie het filmpje over inundatie van de BO Akkerbouw.
- Gaat u aardappelen telen, kies dan voor een vroeg ras of voor een ras dat matig gevoelig is. Rassen zoals Hansa of Asterix zijn erg gevoelig en laten duidelijk knobbels zien.
Video's
Vanuit het Meloidogyne Actieprogramma heeft BO Akkerbouw opdracht gegeven een serie video’s te ontwikkelen over gerichte maatregelen om M. chitwoodi/fallax te beheersen. De scripts zijn in samenwerking tussen Boerentaal en de sectie Nematologie van WUR-Open Teelten in Lelystad geschreven.
Hieronder de links naar video’s op het YouTube kanaal van de BO Akkerbouw:
Waarom Meloidogyne chitwoodi en M. fallax aanpakken?
Kenmerken van de aaltjes Meloidogyne chitwoodi en M. fallax
Hoe kun je als teler Meloidogyne chitwoodi en M. fallax beheersen en bestrijden?
Bemonsteren, waarom en hoe? (aanpak Meloidogyne chitwoodi en M. fallax)
Gebruik Nemadecide en www.aaltjesschema.nl bij aanpak Meloidogyne chitwoodi en M. fallax
Toepassen van groenbemesters bij aanpak Meloidogyne chitwoodi en M. fallax
Wat is inundatie en waar is het mogelijk?
De praktijk: wat is belangrijk voorafgaand aan inunderen
Bron: BO Akkerbouw, Actieplan Aaltjesbeheersing en Aaltjesschema.nl
Meer weten?
Neem contact op met klantenservice.agro@eurofins.com of bel 088 876 1010