Slimme vruchtwisseling levert extra drijfmest voor grasland op

Slimme vruchtwisseling levert extra drijfmest voor grasland op

7 november 2024 - Veehouderij

Melkveehouder Dennis Storkhorst past vruchtwisseling toe met maïs, graan en gras-klaver. Daardoor benut hij de mineralen optimaal. De bespaarde mest kan hij optimaal inzetten op de graspercelen. Hij maakt daarbij volop gebruik van de analyses van Eurofins.

Dennis Storkhorst heeft samen met zijn ouders een melkveebedrijf met 100 melkkoeien op 38 hectare grond in het Achterhoekse Harreveld. Het teeltplan omvat 9 hectare mais, 3 hectare graan en de rest grasland. Daarvan is 15 hectare beweidbaar voor de melkkoeien. Dennis werkt daarnaast nog in deeltijd bij een adviesbedrijf.

Als basis voor het ruwvoermanagement neemt Storkhorst iedere vier jaar een uitgebreid grondonderzoek van elk perceel. “Ik kijk daarbij vooral naar de pH en de CEC-bezetting en stem daar de bekalking op af. De calcium- en magnesiumbezetting zijn daarbij heel belangrijk voor de structuur van de bodem. Zo nodig bekalk ik in het najaar de percelen. Sowieso doen we om de twee tot drie jaar een onderhoudsbekalking.”

Drijfmest naar vroege grassneden

De bodemanalyses geven Storkhorst ook inzicht bij de mestgift. Op basis daarvan past hij perceelsspecifiek de drijfmestgift aan. “Als er percelen afwijken, vooral percelen die lager in fosfaat en kali zitten, dan brengen we er wel meer drijfmest naar toe. Het is al lastig genoeg om de fosfaat en kali-toestand op peil te houden. Met de drijfmestgift kun je daar nog op sturen.”

Het maisland krijgt relatief weinig drijfmest. Dit komt mede door de slimme vruchtwisseling die de ondernemer toepast. Zo telen ze twee jaar op rij maïs, vervolgens een jaar graan (triticale of gerst) en daarop volgt drie jaar gras-klaver. “Door deze vruchtwisseling kunnen we de stikstof die het gras-klaver opbouwt optimaal gebruiken voor de maïs. De mais bemesten we heel beperkt en het graan krijgt alleen kunstmest. De drijfmest die we op het bouwland besparen kunnen we weer optimaal inzetten op het grasland. Doordat de klaver ook de nodige stikstof bindt, kan de kunstmestgift na de tweede snede achterwege blijven.”

Mestmonsters bij zowel melkvee als pinken

Storkhorst merkt dat de zandgrond de drijfmestgift in het voorjaar hard nodig heeft. „De bodem levert dan nog weinig en dus zul je niet alleen stikstof, maar ook fosfaat, kali, zwavel en andere elementen vanuit drijfmest moeten geven. Daarom vind ik het belangrijk om te weten wat er in de drijfmest zit aan gehalten. Wij nemen elk voorjaar een mestmonster van de mest van de melkkoeien en van de pinken. Daar passen we de hoeveel op aan. Meten is weten.”

Ruwvoeranalyse als rapportcijfer

Net als de meeste veehouders, laat Storkhorst ook kuilmonsters nemen door Eurofins Agro. De veehouder gebruikt de kuilanalyses niet alleen voor de optimalisatie van het rantsoen, maar ook als terugblik of het management voor de bemesting klopt. „De kuilanalyse vertelt of de bemesting goed is afgestemd op de gewasbehoefte. Denk daarbij aan stikstof, fosfaat, kali en zwavel. Natuurlijk kun je dit voor de betreffende snedes niet meer corrigeren. Maar je kunt volgend jaar wel aanpassingen doen.”

Benieuwd naar de kwaliteit van uw bodem, ruwvoer of mest? Neem contact op met uw monsternemer en vraag naar het complete pakket voor optimaal inzicht of bestel direct!

Bestel bemonstering