Boterzuurattentie? Zo pakt u het aan

Boterzuurattentie? Zo pakt u het aan

8 december 2024 - Veehouderij

Veel septemberkuilen van 2024 zijn relatief nat en laten vaak een hoog boterzuurgehalte zien. Wat te doen als er een boterzuurattentie wordt afgegeven? Laat de kuil onderzoeken en focus op de sporen. Neem zonodig gerichte maatregelen.

Najaarskuilen hebben over het algemeen een groter risico op de aanwezigheid van boterzuurbacteriën omdat de conservering van deze kuilen vaak wat lastiger verloopt. Boterzuurbacteriën zijn anaerobe bacteriën, deze groeien zonder zuurstof, en komen van nature veel voor in grond en mest. De boterzuurbacterie is een sporevormende bacterie. Sporen zijn bacteriën in een soort rusttoestand die erg goed bestand zijn tegen droogte, hitte en andere extreme omstandigheden. Zo kunnen ze jaren overleven en onder gunstige omstandigheden weer ontkiemen tot schadelijke bacteriën.

Conservering en boterzuur

Najaarskuilen bevatten vaak een wat hoger eiwit- en een lager suikergehalte. Dit is nadelig voor de conservering omdat melkzuurbacteriën voldoende suikers nodig hebben om melkzuur te produceren. Het eiwit heeft juist een bufferende werking wat ervoor zorgt dat de pH minder snel daalt. Bovendien is het voldoende drogen van het gewas vaak een uitdaging waardoor najaarskuilen vaak wat natter zijn en er hierdoor vaak ook wat meer grond mee in de kuil komt.

Verhoogd boterzuur in de melk kan voorkomen als de kuil niet homogeen is, bijvoorbeeld als er een droge en natte partij over elkaar heen zijn gekuild of als de kuil niet homogeen verdeeld is (natte plukken). Broei kan ook een afwijkend beeld geven; dan is het gehalte boterzuur of ammoniak gemiddeld laag, maar kunnen er pleksgewijs wel veel sporen voorkomen.

Een andere risicovolle bron is bijvoorbeeld een droge kuil met een veel ruw as. Door gebrek aan vocht kunnen veel boterzuurbacteriën weinig zuur vormen, maar het probleem is nog wel aanwezig in het voer. Het probleem in de melk is namelijk niet het zuur dat door deze bacteriën geproduceerd wordt (hoewel het allesbehalve smakelijk is), maar de sporen (kiemen) van de bacterie zelf.

Ook eiwitrijke, natte bijproducten zoals bierbostel kunnen een bron van boterzuur zijn als ze op een vuile ondergrond opgeslagen zijn. Het product heeft veel vocht en door het hoge eiwitgehalte een relatief hoge pH. Als dit dan in contact komt met een concentratie vuil of grond dan is gaat het fout.

Focus op de sporen, niet het zuur!

De boterzuursporen kunnen op de spenen terecht komen via grond of mest. De besmetting via kuilvoer is dus indirect. Door het voeren van besmet kuilvoer komen de sporen in de mest terecht. In de stal komt deze mest mogelijk in contact met de spenen en komt het zo via het melken in de melk. Hygiënisch werken in de stal is daarom ook van cruciaal belang. Echter blijkt in 80% van de gevallen wel dat het ruwvoer de belangrijkste bron van de problemen is.

Kortom, bij de zoektocht naar de bron of bij risicovolle kuilen, kunt u dus het beste onderzoek laten doen naar de aanwezigheid van anaerobe sporen, niet alleen het zuurgehalte. Eurofins Agro biedt dit onderzoek aan en kan dit indien gewenst ook aanvullend bij een regulier kuilonderzoek uitvoeren. De kuilanalyse geeft dan de gemeten concentratie van anaerobe sporen weer met een streefwaarde van <10.000 kve (kolonie vormende eenheden).

Hoe voorkomt u een besmetting?

Wat kunt u doen bij een besmette kuil?

Bang dat uw kuil ook een bron is voor een verhoogd boterzuurgehalte in de melk? Laat uw kuil dan (aanvullend) onderzoeken op anaerobe sporen met het voederwaardeonderzoek, dit geeft inzicht in de aanwezigheid van boterzuursporen. Zo kunt u de besmetting bij de bron aanpakken en de boterzuurattentie voorkomen.

Bestel voederwaardeonderzoek