Sturen op eiwitkwaliteit

25 maart 2020 - Veehouderij

Melkveehouders kunnen sturen op de eiwitkwaliteit van het kuilgras. Dat is belangrijk omdat de eiwitvoorziening van de melkkoeien steeds meer van eigen land moet komen. Stikstof zorgt voor ruw eiwit en de juiste verhouding met zwavel zorgt voor beter (darmverteerbaar) ruw eiwit. 

Een melkveebedrijf is een essentieel onderdeel in de productieketen van eiwitten voor menselijke consumptie. In twee stappen wordt stikstof omgezet in waardevolle eiwitten en aminozuren voor consumenten. Als eerste zet het gras stikstof om in eiwitten en aminozuren voor de koe. Die koe maakt er vervolgens eiwitten en aminozuren van die door mensen worden geconsumeerd. Hoe efficiënter deze productieketen werkt, des te beter is het voor het milieu (ammoniakuitstoot) én voor het financiële resultaat.

Sturen via bemesting

Sturen op eiwitgehalte en eiwitkwaliteit in het gras, begint bij de bemesting van het grasland. Stem de N-bemesting uit dierlijke mest en kunstmest af op het maaidoel; gaat u voor een zware maaisnede, dan is meer stikstof nodig. Bij een lichte maaisnede of beweiding kan de N-gift omlaag.

Zwavelbemesting

Daarnaast is de zwavelbemesting in het voorjaar belangrijk. Zwavel is een essentieel element bij de vorming van eiwitten en aminozuren in gras. In een gemiddeld jaar is de zwavelmineralisatie in het voorjaar laag. Ook is de depositie vanuit de lucht gering. Zwavel wordt vooral opgenomen door jonge wortelpunten. Het advies is daarom om in de voorjaarsbemesting zwavel mee te nemen. De juiste adviesgift staat op een recent bemestingsonderzoek.

Monitoren vers gras

Sturen op eiwitgehalte en kwaliteit betekent ook regelmatig monitoren van het gehalte in het verse gras. Door 2 of 3 keer per groeiperiode het eiwit in het gras te meten, weet u hoeveel kg eiwit per ha er groeit en van welke kwaliteit. Meer DVE in het gras betekent meer aminozuren en meer  onoplosbaar eiwit. De stikstof efficiëntie neemt toe.  

Door de 1e snede wat later te maaien stijgt het gehalte DVE in het gras omdat het gras langer de tijd heeft gehad om aminozuren (onoplosbaar eiwit) te vormen. Waar vers gras nog de originele hoeveelheid darmverteerbaar eiwit (DVE) heeft direct na oogsten, wordt dit tijdens het inkuilen voor een deel afgebroken tot oplosbaar eiwit en ammoniak. Dit proces treedt altijd op, maar vooral bij graskuilen met lagere ds gehaltes. Met name in 2019 liep het aandeel oplosbaar ruw eiwit in graskuilen (te) hoog op.

Vinger aan de pols gedurende het seizoen

Tijdens het groeiseizoen controleren en bijsturen van de bemesting geeft het beste resultaat voor de hoeveelheid en kwaliteit van het eiwit in gras. Met VersgrasCheck wordt de N:S verhouding bepaald. Pas de bemesting hierop aan en, om vervolgens gebruikt worden om de bemesting eventueel aan te passen en om het beste maaimoment te bepalen.

De S-index op het voederwaarde-rapport kan achteraf gebruikt worden om de zwavelbeschikbaarheid –en benutting tijdens de teelt te bekijken. Bekijk de S-index van de voorjaarskuil 2019. Bespreek met uw bemestingsadviseur welke aanpassingen dit jaar nodig zijn.