Grip op vrijlevende aaltjes door vaker te bemonsteren
3 december 2023 - Expertartikel
Vanaf 2024 is het gebruik van Vydate, met de werkzame stof oxamyl, verboden. Het beheersen van schadelijke aaltjes in aardappelen, uien, suikerbieten en wortelen is daarmee een stuk ingewikkelder geworden. Om schade door aaltjes zo veel mogelijk te voorkomen, zoeken telers naar andere oplossingen. Marcel Kramer, teeltbegeleider bij Konijn Agro, vertelt over zijn aanpak van aaltjes.
Konijn Agro is een teeltbedrijf in Sint Maartensvlotbrug met 350 hectare aan teelt . Op 200 hectare worden zaaiuien en eerstejaars plantuien geteeld. Kramer begeleidt de teelt van de uien van het begin tot het eind; het huren van het land, het kiezen van de juiste rassen tot en met de oogst.
Een belangrijk aspect in de teelt is ‘hoe om te gaan met de schadelijke aaltjes’. Omdat Vydate niet meer gebruikt mag worden, laat Kramer tegenwoordig extra preventief onderzoek naar vrijlevende aaltjes uitvoeren.
Voor de zaaiuien en eerstejaars plantuien gebruikte jullie voorheen Vydate. Hoe ging dat in zijn werk?
“In het verleden strooiden we Vydate granulaat bij het uienzaad. Dat was heel effectief om de aaltjes die in de grond zitten te vernietigen. We deden dat bij elke teelt. We zitten voornamelijk op gehuurd land en we bemonsterden niet standaard op vrijlevende aaltjes. Om toch opkomende populaties te onderdrukken, gebruikten we preventief Vydate.”
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom doen jullie nu extra onderzoek naar vrijlevende aaltjes. Hoe ben je op dat idee gekomen?
“Er zijn natuurlijk wel biologische varianten van Vydate, zoals middelen gebaseerd op knoflookextract. Deze middelen zijn minder effectief als Vydate, en werken het beste als je het land vochtig houdt door bijvoorbeeld te beregenen. Dit brengt echter ook extra kosten en extra onzekerheid met zich mee. Dus ik dacht: ‘vanaf nu ga ik de percelen ook grondig op vrijlevende aaltjes bemonsteren om meer teeltzekerheid te krijgen.’
De eerstejaars plantuien bemonsteren we standaard al op stengelaaltjes en witrot bij Eurofins. Omdat het ook pootgoed is, mogen er geen aaltjes en witrot in zitten. Dat onderzoek deed ik dus al, en nu neem ik dus een extra monster voor vrijlevende aaltjes. Zo kunnen we traceren waar de populatiedruk het hoogst is en kunnen we gericht biologische bestrijding uitvoeren. Als de aaltjesdruk echt te hoog blijkt, kan ik zo nodig het huurland afzeggen.”
"De enige manier om grip te houden op aaltjes
is meer bemonsteren. Zo krijg je inzicht in
hoe het staat met aaltjes op het perceel waar
je gaat telen en kan je risico’s beperken!"
Hoe nemen jullie aaltjesonderzoek mee in de planning?
“Wij hebben natuurlijk een bepaalde hoeveelheid land nodig om alles rond te krijgen. En we moeten wel de afspraken met de afnemers nakomen! Het moment van bemonsteren hangt af van de afspraken die je maakt, het gewas en het weer. Er zijn bijvoorbeeld nu nog percelen waarop lelies of andere producten staan, die nog moeten worden geoogst. Zodra het land leeg is, kan je bemonsteren. Na drie weken is de analyse-uitslag bekend en dan kan je de landeigenaar laten weten of het doorgaat of dat we er een ander gewas op zetten.”
Krijg je door meer te bemonsteren ook beter grip op de aaltjes?
“Dat verwacht ik zeker, maar of de nieuwe strategie daadwerkelijk gaat werken moet nog blijken. We gaan er een beetje blind in want we hebben nog geen ervaring. Sturen op basis van wat je vindt in de bemonstering is helemaal nieuw voor ons.”
Vindingrijk! Je moet toch wat.
“Ja, het is op zich niet zo’n heel bijzonder idee. Er valt een middel weg en dan moet je nadenken over oplossingen. Volgens ons is de enige manier om grip te houden op aaltjes meer bemonsteren. Zo krijg je inzicht in hoe het staat met aaltjes op het perceel waar je gaat telen en kan je risico’s beperken!"