Efficiënter met mest in mais dankzij BijmestMonitor
19 juni 2024 - Veehouderij
In afgelopen decennia zijn er grote stappen gezet in het verbeteren van de stikstofefficiëntie in de Nederlandse maisteelt. Met het afschaffen van de derogatie is er echter steeds minder mest te verdelen en daardoor krijgt de snijmais mogelijk minder nutriënten toegediend. Tegelijk is er door de grote hoeveelheid neerslag in veel gevallen minder stikstof beschikbaar. BijmestMonitor maakt het mogelijk om optimaal bij te bemesten en zo gebrek in het gewas te voorkomen.
Het stikstofgehalte in het geoogste product van mais fluctueert van 140-200 kg N per hectare per jaar. Dit is dus ook wat een maisplant effectief gebruikt aan stikstof. Eurofins gaat in het bemestingsadvies uit van de behoefte van een gewas in een optimale, onbelemmerde groei. Dit ligt rond de 200 kg N per hectare voor mais. In de praktijk wordt echter de optimale groei niet altijd gehaald. Met name droge periodes kunnen roet in het eten gooien.
Dit jaar is er tot nu toe geen sprake van droogte. In tegendeel, het is zelfs een bijzonder nat voorjaar. Deze lente is er al meer 266 mm water gevallen. Dit was 225 in de lente van vorig jaar, en 106 mm in de lente van 2022 (Bron: KNMI 2024).
Door de natheid kan stikstof dat is vrijgekomen uit meststoffen uitspoelen, voordat het de plantenwortel bereikt. Hierdoor is de hoeveelheid plantbeschikbare stikstof op dit moment mogelijk lager dan rond dezelfde tijd in andere jaren. Het kan dus zijn dat er te weinig stikstof voor de plant aanwezig is, terwijl er een toereikende hoeveelheid basisbemesting is gegeven.
De wettelijke normen (zie tabel 1) liggen lager dan de behoefte van de maisplant in optimale condities. Deze regels zijn er omdat er nog steeds problemen zijn met vervuild oppervlaktewater in grote delen van Nederland. Het is dus belangrijk om het bemestingsplan af te stemmen op de meest efficiënte benutting van het gewas. Timing en kennis van de grond zijn hierin heel belangrijk.
Tabel 1. Wettelijke normen stikstofsgebruikruimte landbouwgrond in kg N/ha per teelt. Bron: Stikstof landbouwgrond 2024, RVO
|
Klei |
Noordelijk, westelijk, centraal zand |
Zuidelijk zand |
Löss |
Veen |
Mais, bedrijven met derogatie |
160 |
140 |
112 |
112 |
150 |
Mais, bedrijven zonder derogatie |
185 |
140 |
112 |
112 |
150 |
Met het afschaffen van de derogatie is er minder mest te verdelen en zal de snijmais mogelijk minder drijfmest toegediend krijgen. Dit hoeft zeker niet altijd een probleem te zijn. Bij een lagere gift aan drijfmest is het belangrijk om te weten of er nog iets bij moet worden gegeven in het seizoen om tot een optimale groei te komen. Lees ook: Minder stikstof in mais levert vaak geen lagere opbrengst op >
Sporenelementen
Naast stikstof heeft mais ook nog behoefte aan andere nutriënten. Ook micronutriënten, zoals bijvoorbeeld zink, zijn erg belangrijk voor de groei van mais. Mestonderzoek kan uitwijzen wat er precies in de toegediende dierlijke mest aanwezig is. Ook grond kan onderzocht worden op overige nutriënten en zelfs sporenelementen. Met BijmestMonitor worden ook sporenelementen onderzocht. Zo meet Eurofins wat er in het gewas is opgenomen, maar ook wat er nog in de grond aanwezig is. En houd je een vinger aan de pols tijdens de teelt.