Krijgen je koeien voldoende fosfaat?

7 april 2022 - Veehouderij

Voor gezonde koeien is het zaak dat het ruwvoer voldoende nutriënten bevat. Te weinig fosfaat bijvoorbeeld, kan grote problemen geven. De toestand van de bodem én het nutriëntengehalte van de mest bepalen hoeveel nutriënten gras kan opnemen. En dus ook hoeveel er in het ruwvoer terecht komt. Onderzoek van vers gras, bodem en mest geven inzicht in opname en beschikbaarheid van essentiële nutriënten.

‘Hoe een boer veel koeien verloor door fosforgebrek’. Recent stond deze alarmerende kop weer in de krant. Karst Brolsma, onderzoeker bij Eurofins Agro, herkent de problematiek: “Een gebrek aan nutriënten leidt inderdaad tot grote gezondheidsproblemen bij koeien. De oplossing is om ervoor zorgen dat het voer voldoende nutriënten, in dit geval fosfor of fosfaat, bevat. Of dat via eigen geteeld ruwvoer of dat het moet worden aangevoerd van buiten het bedrijf is na te gaan via analyse van bodem, mest en gras.”

Fosfaat

Als gras te weinig fosfaat opneemt, bevat het ruwvoer automatisch ook te weinig fosfaat. Vaak is fosfaatfixatie één van de onderliggende problemen. De fosfaat in de bodem is dan gebonden aan andere elementen in de bodem. Op gronden met een lage pH vindt er fixatie aan ijzer (Fe) plaats en bij gronden met een hoge pH aan calcium (Ca). De fosfaat zit dan wel in de bodem, maar het gewas kan er niet bij. 

Lage pH

Voor de bodems met een lage pH is een deel van de fosfaat beschikbaar te maken voor het gewas door te bekalken. Zo wordt de pH in de bodem verhoogd. De hoeveelheid beschikbaar fosfaat neemt dan toe.

Hoge pH

Op bodems met een hoge pH is het echter niet mogelijk om de pH te laten dalen. Hier moet gezocht worden voor andere oplossingen. De aanvoer van voldoende fosfaat is dan bovendien een uitdaging. Vanuit wetgeving kan er immers minder worden aangevoerd met dierlijke mest. Het is belangrijk om te weten wat er in de mest zit die nog wel gebruikt kan worden. Doe daarom een analyse van de mest.

Verdeel de mest vervolgens als volgt over het land.  Op grasland met een fosfaattoestand ‘laag’ gebruik je meer mest en op graslanden met een fosfaattoestand ‘hoog’ gebruik je minder mest. Zo is de aanvoer van fosfaat uit de mest te optimaliseren. 

Stikstof

Als er geen grote verschillen in de fosfaattoestand tussen de percelen zijn, is het voorafgaand aan de bemesting zaak om naar de stikstoflevering te kijken. Maak groepen met een verschil van minimaal 50 kg stikstofleverend vermogen van de bodem. Verdeel de mest vervolgens via deze groepering.

Opname door gras

Brolsma stelt: “De eerste snede is van groot belang voor de uiteindelijke kwaliteit van het ruwvoer. Om na te gaan of er een probleem is met de fosfaatopname van het gras, is het zaak om dit snel in zicht te hebben. De graskuil zal immers pas een aantal weken na inkuilen pas worden geanalyseerd. Hoe eerder je zicht hebt op een tekort, hoe sneller je maatregelen kan nemen om de bemesting voor de volgende snedes te optimaliseren.”

“Een versgrasanalyse kan je helpen om een mogelijk tekort vanuit de bodem snel in kaart te brengen. Door het gras voor het maaien te analyseren is de bemesting voor snede 2 nog aan te passen," bestuit hij.

Wil je meer weten?

Lees dan ook:
- de blog van onze bodemexpert Arjan Reijneveld over een case study in Zeeland
- het expertartikel over bodemvruchtbaarheid en het kelder-keuken-tafel-bord principe

Of neem contact op met onze klantenservice

 

Bestel BodemCheck

Bestel MestCheck

Bestel VersGrasCheck