Het weer heeft groot effect op het bodemleven
4 september 2023 - Akkerbouw - Veehouderij
Meerdere keren per teeltseizoen BodemlevenMonitor is zinvol
Neerslag, droogte en temperatuur hebben groot effect op het bodemleven. Dit blijkt uit een recent onderzoek door Eurofins Agro en Van Iperen. Het advies is daarom om BodemlevenMonitor meerdere keren gedurende het seizoen uit te voeren en om in de winter een nulmeting te doen. Zo krijg je het beste beeld van de actuele status van het bodemleven.
Bodemleven is een essentieel onderdeel van het agrarische ecosysteem en wordt beïnvloed door onder andere het kleigehalte, de organische stof en het weer. Deze factoren spelen een belangrijke rol bij het begrijpen van bodemgezondheid en -kwaliteit.
Om inzicht te krijgen in het effect van fysische eigenschappen, temperatuur en neerslag op het bodemleven, heeft Eurofins samen met Van Iperen gedurende een periode van drie maanden grondonderzoek met BodemlevenMonitor uitgevoerd. Deze analyse vond elke drie weken plaats en bood de mogelijkheid om het bodemleven onder verschillende omstandigheden te bestuderen.
Fysische eigenschappen
Figuur 1: Plot A en plot B in een heterogeen perceel. Bron: Van Iperen
Het onderzochte perceel heeft een heterogene bodemsamenstelling, waarbij de grondsoort niet overal het zelfde is (figuur 1). In de tabel staat de bodemsamenstelling in de twee plots. Plot A heeft een kleipercentage van 15% en een organische stofgehalte van 1,8%. Plot B daarentegen heeft een klei percentage van 18% en een organische stofgehalte van 3,5%. Opvallend is dat het organische stofgehalte in plot B bijna twee keer zo hoog is als in plot A en dat er in plot B meer klei aanwezig is. De vraag die oprijst; wat betekent dit voor het bodemleven?
Ook de totale microbiële biomassa, bestaande uit de totaal bacteriële - en totaal schimmelbiomassa, is gemeten met BodemlevenMonitor. Gemiddeld is de microbiële biomassa in plot A lager dan in plot B. De verklaring hiervoor is het verschil in klei en organische stof. Grond met een hoger gehalte organische stof bevat meer microben en dit is terug te zien in deze metingen.
Tabel 1: Samenstelling plot A en plot B. Bron: Eurofins
Parameter | Plot A | Plot B |
Microbiële biomassa (mg PLFA/kg) |
12.8 | 23 |
Organische stofgehalte (%) | 1.8 | 3.5 |
Klei (%) | 15 | 18 |
Temperatuur en neerslag
In plot A en plot B zijn vijf metingen genomen met de BomdemlevenMonitor (figuur 2). Wat opvalt is dat de hoeveelheid microbiële biomassa afneemt. De fysische eigenschappen veranderen over het algemeen niet in deze korte periode dus is er naar andere verklaringen gekeken zoals neerslag en temperatuur.
Figuur 2: Microbieel bodemleven gedurende de zomer op twee locaties binnen één perceel. Bron: Eurofins Agro 2023
In figuur 3 is de temperatuur en de hoeveelheid neerslag weergegeven van april tot en met juli 2023. De pijltjes geven de vijf momenten weer waarop BodemlevenMonitor is uitgevoerd. Op het moment van de derde monstername was het erg droog en de temperatuur nam toe. Door temperatuurverschil, maar vooral droogte, kan de microbiële biomassa afnemen. Zodra er weer regen valt en de omstandigheden weer gunstiger zijn, zal het bodemleven zich weer vermeerderen.
Figuur 3: Klimaatomstandigheden tijdens de pilot met BodemlevenMonitor in de zomer van 2023. Bron: KNMI
Conclusie
Temperatuur, neerlag en andere factoren kunnen een aanzienlijk effect hebben op het bodemleven. Om een juist beeld te krijgen van de status van het bodemleven is het raadzaam om meerdere meetmomenten aan te houden. Voor een goede nulmeting is het advies om een monster te nemen in de winter. In deze tijd van het jaar is het bodemleven stabieler dankzij de lagere en minder variabele temperatuur.