Op naar een schimmel-bacterieverhouding van 1:1 in de bodem
26 maart 2024 - Expertartikel
Jan Dirk van de Voort uit Lunteren heeft onlangs zijn bedrijf uitgebreid met 20 hectare bouwland voor de teelt van zomergerst en zwarte haver. De bodemgezondheid van dit gepachte land is slecht. Met gerichte maatregelen zet hij in op het verbeteren van het organische stofgehalte en het stimuleren van het bodemleven. Dertig jaar ervaring en de grondonderzoeken van Eurofins zijn hierbij leidend.
Jan Dirk van de Voort is melkveehouder in Lunteren. Hij heeft 90 Jersey-koeien en in totaal 103 hectare land. Maar meer nog dan melkveehouder is Van de Voort een systeemdenker. Hij stelt: 'Het moderne agrarische systeem is veel te technologisch. Voor elk probleem zoeken we een technische oplossing, en als dat op den duur niet meer blijkt te werken, zoeken we weer een nieuwe technische oplossing.'
'Op de lange termijn houdt dat een keer op. Laat de natuur zijn werk doen, en het systeem komt in evenwicht. Een gezonde bodem is daarbij echt de basis. Voor het grasland hebben we dat inmiddels aardig voor elkaar. De koeien zijn gezond en de melkproductie is goed. En omdat we de koeien goed voeren, is de mest ook van goede kwaliteit. Het ruikt niet en verteert heel gemakkelijk.'
Zwarte haver en zomergerst
De volgende stap in de systeembenadering van Van de Voort is het verbouwen van eigen voer. Hij pacht daarvoor nu 20 hectare bouwland waar hij binnenkort zwarte haver en zomergerst zal zaaien. De granen zijn bestemd voor de koeien en voor lokale bierproductie.
Over de bodem van het nieuw verworven land zegt hij: 'Die is er erg slecht aan toe. Ook daar ga ik werken aan een betere bodemgezondheid. Dat begint ermee dat we niet diep zullen ploegen, maar slechts tot 8 cm. Dit zogenaamde ecoploegen heeft als belangrijkste voordeel dat er minder organische stof verloren gaat in de bouwvoor. Bovendien wordt het bodemleven minder verstoord. Grove organische resten zorgen ook voor een betere vochthuishouding, wat leidt tot optimale groeiomstandigheden voor het gewas.'
"Ik ben reuze benieuwd naar de uitkomsten van
BodemLevenMonitor. Er valt nog zoveel te leren
over het bodemleven! Meer aandacht voor
schimmels in de bodem is echt de toekomst."
Schimmels en bacteriën in de bodem
De ontwikkeling van de bodemgezondheid volgt Van de Voort al tientallen jaren. De eerste grondonderzoeken op het bedrijf dateren uit 1994 en zijn uitgevoerd door BLGG, de voorganger van Eurofins.
Van de Voort zegt: 'Als ik een BemestingsWijzer-verslag krijg, kijk ik eerst naar het stikstofleverend vermogen, dan naar de zuurgraad, en vervolgens naar organische stof en de verschillende streefwaardes. Sinds een paar jaar staat op het verslag van het complete grondonderzoek van Eurofins ook de schimmel-bacterie verhouding. Dat laatste is waardevolle informatie. In een gezonde bodem moet die verhouding 1:1 zijn. Dan zijn er genoeg mycorrhiza aanwezig. Deze schimmels leven in symbiose met het gewas. Dat betekent dat de planten dankzij de mycorrhiza beter voedingsstoffen kunnen opnemen, wat leidt tot een grotere weerbaarheid.'
Dit jaar heeft Eurofins voor het eerst ook een grondmonster genomen voor BodemlevenMonitor op het bedrijf van Van de Voort. 'Ik ben reuze benieuwd naar de uitkomsten van dat onderzoek. Er valt nog zoveel te leren over het bodemleven! Meer aandacht voor schimmels in de bodem is echt de toekomst. Voor de nieuwe percelen gaan we gericht werken aan meer organische stof. Ik ben ervan overtuigd dat daarmee ook de microbiële biomassa, en dus de hoeveelheid mycorhizza, zal toenemen. Mijn grote vraag is nu: hoelang gaat het duren voordat dit systeem ook in evenwicht is?'