Koolstofopslag: één meting is geen meting
1 februari 2023 - Soil Carbon Check
Zelf compost maken van organisch restmateriaal zoals bermmaaisel, lijkt perspectief te bieden om het organische stofgehalte te verhogen en koolstof (CO2) in de bodem vast te leggen. Eurofins onderzocht de koolstofvastlegging in de bodem met eigen compost. Uit het onderzoek bleek dat opbouw van koolstof in de bodem tijd kost en dat een eenmalige meting onvoldoende is.
Eurofins heeft de afgelopen vijf jaar meegewerkt aan een onderzoek om te kijken of lokaal geproduceerde compost geschikt is om meer koolstof (CO2) in de bodem te krijgen. Dat is goed voor het klimaat en voor de bodemvruchtbaarheid.
Lokale productie van compost uit bijvoorbeeld bermmaaisel heeft als voordeel dat er geen transport nodig is. Bij het beheer van bermen en sloten komt jaarlijks een grote hoeveelheid maaisel vrij. Het gemaaide materiaal kan dan op het erf van de boer tot compost worden gemaakt en worden gebruikt als bodemverbeteraar.
Effect van extra compost
Een van de vragen in het onderzoek was in hoeverre het organische koolstofgehalte in de bodem om hoog kan worden gebracht met compost. Er zijn daarvoor vijf percelen geselecteerd en binnen elk perceel is jaarlijks een deel met en een deel zonder compost bemest. De compostgift was per perceel steeds gelijk, namelijk 20 ton/ha per jaar en er is vijf jaar lang snijmaïs geteeld op de percelen.
Jaarlijks werden opbrengst- en kwaliteit gemeten in de snijmaïs. Er werd geen effect gevonden op de opbrengst en kwaliteit van de snijmais op de percelen waar extra compost was uitgereden. Wel bleek dat het gehalte organische koolstof in de bodem na het geven van de compost iets hoger was ten opzichte van de controle. De verschillen in de organische koolstof in de bodem waren echter niet significant tussen de controle en de compost behandelingen (Figuur 1).
Figuur 1. Het gehalte organische koolstof in 5 percelen (2017 – 2022) waarin per perceel wel (jaarlijks 20 ton/ha) en geen compost is toegediend. Bron: Eurofins 2022Voldoende compost nodig
Helaas viel het effect van de composttoediening op zowel de opbrengst en kwaliteit van de snijmais als op de verhoging van het koolstofgehalte dus wat tegen. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is dat de hoeveelheid compost die beschikbaar was om tot een toename van de organische koolstof te komen aan de lage kant is. Er is jaarlijks 20 ton/ha gegeven en er was ook niet meer beschikbaar. Met deze hoeveelheid is het niet mogelijk om de hoeveelheid koolstof in de bodem omhoog te krijgen.
Uit het bodemonderzoek bleek dat voor deze percelen het afbraakpercentage van de organische koolstofgehalte varieerde van 3,2% tot 3,8%. Bij een gemiddeld organische koolstofgehalte van 2,4% betekent dit een afbraak van iets minder dan 2.500 kg tot bijna 3.000 kg organische koolstof in de bodems.
Aan de andere kant geeft de teelt van snijmaïs, de bemesting met rundveedrijfmest en een groenbemester ook aanvoer van koolstof. Een gemiddelde hoeveelheid aan effectieve koolstof zit op ruim 1.000 kg/ha per jaar.
Wanneer je de opbouw en de afbraak combineert, blijkt er een tekort van 1.500 tot 2.000 kg organische stof te zijn. Dit verschil moet dus minimaal worden gecompenseerd om op niveau te blijven. Om tot een hoger koolstofgehalte te komen, is extra organisch materiaal nodig.
Dat kan met compost, want 20 ton compost komt overeen met ongeveer 1.800 kg effectieve koolstof. Bij een tekort van 1.500 kg is de gift van 20 ton dus een prima compensatie en zal het koolstofgehalte stijgen. Bij een tekort van 2.000 kg is de gegeven gift echter te klein om te compenseren. Een jaarlijkse gift van minimaal 30 ton compost per ha is dan nodig om het gehalte koolstof in de bodem omhoog te brengen.
Eenmalig meten is onvoldoende
Echter, bovenstaande berekening is op basis van gemiddelde cijfers. Om te weten of er koolstof in de bodem wordt vastgelegd, is één meting onvoldoende. Het monitoren van de koolstofopbouw in de loop van de tijd kan door jaarlijks een meting in bodem te doen met Soil Carbon Check. Dit onderzoek geeft inzicht in de opbouw en de ontwikkeling van de koolstof door de jaren heen.
Daarnaast is het zaak om planmatig om te gaan met het toedienen van organische bodemverbeteraars. Met de handige Carbon Calculator is het effect van een bepaalde maatregel te berekenen. Zo is te bepalen hoeveel je van een bepaalde bodemverbeteraar nodig hebt om tot een stijging te komen.
In het geval van compost van eigen bodem is het dan alleen nog de grote uitdaging om voldoende compost te krijgen.
Meer weten?
Kijk op Soil Carbon Check voor meer informatie over koolstofopslag in de bodem en het meten daarvan.