Beschikbaarheid stikstof onvoorspelbaar
21 juni 2022 - Akkerbouw
Typisch Nederlandse zomers, met periodes met regen en zonnige dagen die elkaar afwisselen, maken de beschikbaarheid van nutriënten voor het gewas onvoorspelbaar. Een gecombineerd grond- en gewasonderzoek geeft dan inzicht in hoeveel bijbemesting nodig is. Zo geeft je exact genoeg nutriënten voor een optimale opbrengst en kwaliteit.
“Na een natte periode is extra bijmesten vaak zinvol. BijmestMonitor geeft dan een praktisch advies dat is afgestemd op de bodem en het gewas,” zegt Karst Brolsma, onderzoeker bij Eurofins Agro. Brolsma zette de stikstofgehaltes van twee percelen met fabrieksaardappelen naast elkaar. Daaruit bleek dat er grote verschillen zaten in de gehaltes in de bodem, zie figuur 1.
Figuur 1. Het gemiddelde gehalte stikstof in de bodem (N-mineraal in kg N/ha). Bron: Eurofins Agro 2021.
Brolsma: “Er zit bijna 100 kg stikstof per hectare meer in de bodem op locatie 2 ten opzichte van locatie 1. Het verschil is niet toe te schrijven aan de bemesting. Locatie 2 heeft in totaal zelfs 10 kg N/ha minder gekregen dan locatie 1. De aanvoer is dus kleiner, maar het stikstofgehalte in de bodem op locatie 2 bleek hoger. De verklaring zit ’m in de neerslag. Op locatie 1 is veel meer regen gevallen dan op locatie 2. In korte tijd viel er 80 mm water meer dan op locatie 2.”
Naast een BodemCheck werd ook het gehalte stikstof in het loof bepaald. Deze gehaltes bleken niet veel van elkaar te verschillen, zie figuur 2. “Bijmesten op basis van alleen een bodemonderzoek is dus niet handig. Op locatie 1 zou je op basis van het stikstofgehalte verwachten dat er extra stikstof nodig is. Uit het gewasonderzoek blijkt dat dat niet nodig is."
“De stikstofmetingen op de twee locaties zijn gedaan met BijmestMonitor. De stikstof in de bodem wordt in de minerale vorm (ammonium en nitraat). Ook wordt de opgenomen stikstof die het loof heeft opgenomen, gemeten. In de bodem is stikstof niet alleen in minerale vorm aanwezig, maar óók in de organische stof . Deze kan vrijkomen door mineralisatie. En dan als nog worden opgenomen. Dat is de verklaring waarom de verschillen in het loof niet groot zijn.”