Voorjaarskuilen tonen uitdagingen in conservering
8 juli 2021 - Veehouderij
De uitslagen van meer dan 1000 kuilen laten het wisselvallige weer goed zien. Waar sommigen de pech hadden met regen in te moeten kuilen konden anderen dit doen met mooi zonnig weer. Voor veel melkveehouders zal het een uitdaging zijn geweest om de eerste snede droog binnen te halen en de zeer natte kuil goed te conserveren. Naast het droge stof gehalte is ook het eiwit gehalte van de eerste kuil wat achtergebleven.
Het aantal gemaakte kuilen piekte vooral in week 19 (rond hemelvaart) en week 22 (begin juni). De grootste piek, ca. duizend kuilen in week 19, viel precies tussen de buien door. Het droge stof gehalte van die kuilen ligt rond de 25% waarbij grootste groep tussen de 20- 25% valt. De kuilen van de tweede piek, zo’n 250, lagen rond de 42% droge stof.
In de analyses komt goed terug dat het hoge vochtpercentage invloed heeft gehad op de conserveringsduur. Deze natte kuilen hebben langer doorgewerkt. Het suikergehalte is gedaald tot gemiddeld 46 g/kg DS. Dit suiker is omgezet in een hoog melkzuur gehalte van 86 g/kg DS waar dit normaliter rond de 40 zit. De pH van de kuil is daardoor ook lager uitgevallen, gemiddeld 4,3.
Figuur 1: Gemiddelden van droge stof, ruw eiwit en suiker in kuilen gemaakt tussen week 16 en 23. Bron Eurofins Agro
De kuilen uit week 19 hebben gemiddeld ook een ammoniak/NH3 fractie van bijna 12% en een boterzuurgehalte van 3,3 g/ kg DS, waarbij de variatie tussen kuilen erg hoog is. Het jaargemiddelde is respectievelijk 8% en 2 g/kg DS. De hoge boterzuur en NH3 gehaltes laten zien dat de pH daling in de kuil niet snel genoeg heeft plaatsgevonden, waardoor boterzuurbacterien een kans hebben gehad om zich te vermenigvuldigen.
De NH3 fractie is een indicatie dat eiwitten in de kuil afgebroken zijn volgens Antoon Jacobs, Productmanager Forage: “Dit is ten dele terug te zien aan het relatief lage ruw eiwit gehalte van 149 g/kg DS in plaats van het langjarig gemiddelde van rond de 165 g/kg DS. Al komt het lage ruw eiwit vooral door het relatief koude voorjaar en voor de latere kuilen door het verdunningseffect door de velaal erg zware snedes die gewonnen zijn. Het is oppassen geblazen met het voeren van een kuil met een hoog boterzuurgehalte. Probeer het aandeel in het rantsoen te beperken, vermijd sterk afwijkende plekken in de kuil en het is belangrijk om de koeien schoon te houden en hygiënisch te werken”.
Figuur 2: Zeer natte voorjaarskuil. Bron Eurofins Agro
Hoge verteringssnelheid
De VEM van de kuilen die in week 19 zijn gemaakt is goed te noemen met 972. De VEM begon begin mei over de 1000 waarna deze gestaag afnam tot 880 tot half juni.
Door het lage droge stof gehalte is het gras flink voorverteerd wat resulteert in een snelle kuil. De kuil heeft door het hoge melkzuurgehalte last van smaakverlies en een hogere kans op pensverzuring. Door deze kuil te combineren met een langzamere kuil of meer structuurrijk voer kan de verteringssnelheid wat geremd worden.
Zeker bij kuilen die onder de 20% droge stof vallen moet afgewogen worden of het verstandig is om de volgende snedes hier overheen te kuilen. De natte kuil kan de conservering van de volgende snede nadelig beïnvloeden.
Broeigevoelig
De kuilen van begin juni zijn veelal erg zware snedes geweest die daardoor structuurrijk zijn en een lage voederwaarde hebben. Deze kuilen zijn wat broeigevoeliger omdat ze met een droge stof percentage van 42% droger zijn en door een NDF van 524 g/kg DS meer structuur bevatten. Bij dit soort kuilen kan een toevoegmiddel helpen om een lagere pH te bereiken, waardoor de conservering beter verloopt en de kuil stabieler wordt.
Deze kuilen van begin juni hebben een erg laag gemiddeld eiwit gehalte van 121 g/kg DS. Door het lage eiwit gehalte in deze kuilen is het advies om deze te combineren met bijvoorbeeld een eiwitrijkere najaarskuil. Mocht er niet voldoende tijd zijn om te wachten tot een najaarskuil kan een andere eiwitrijke bron gebruikt worden zoals krachtvoer.
Lees meer over het voederwaarde onderzoek waar deze analyses op gebaseerd zijn.