Calcium (Ca) - veehouderij
Calcium of kalk is een aardalkalimineraal. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de rol van calcium in de veehouderij en paard, en calcium in de bodem en gewassen.
Calcium in veehouderij
In het lichaam wordt meer dan 95% van het calcium (Ca) aangetroffen in de botten. Het calcium in de botten, maar ook in de melk, komt voor in de vorm van calciumfosfaat (Ca3(PO4)2). Voor botvorming en de productie van melk is dus zowel calcium als fosfor (P) nodig. De verhouding tussen calcium en fosfor in het rantsoen is dan ook van groot belang, hoewel in de laatste jaren de nadruk meer is gaan liggen op het optimaliseren/minimaliseren van fosfor in het rantsoen.
Hoogproductieve melkkoeien hebben voor de melkproductie een grote hoeveelheid calcium nodig. De botten vormen de grootste buffer. Vitamine D reguleert met behulp van hormonen de absorptie en resorptie van calcium van en naar de botten. Naarmate het dier ouder wordt, wordt het lastiger om calcium uit de botten te mobiliseren, waarmee ook de kans op melkziekte groter wordt.
Daarnaast is calcium verantwoordelijk voor de overdracht van zenuwprikkels (en daarmee spiercontracties), de productie van hormonen, de bloedstolling, pH-regulatie van het bloed, de vruchtbaarheid en de regulatie van membraanactiviteiten.
Behoefte aan Calcium (CVB, 2016) | ||
Categorie | g/kgds | g/dier/dag |
Jongvee vanaf 4 maanden | 5,6 | 22 |
Jongvee vanaf 9 maanden | 3,5 | 20 |
Jongvee vanaf 16 maanden | 2,8 | 21 |
Droog 8-3 wkn tot afkalven | 2,4 | 27 |
Droog 3-0 wkn tot afkalven | 2,8 | 31 |
Melkgevend (20 kg) | 3,2 | 60 |
Melkgevend (40 kg) | 4,2 | 100 |
Door het uitvoeren van RantsoenCheck van Eurofins Agro weet je welke gehaltes jouw gemengd rantsoen bevatten en kun je zo nodig bijsturen.
Calciumtekort
Een calciumtekort kan in een structureel geval tot botontkalking en pootproblemen leiden. Daarnaast vergroot het de kans op melkziekte en kunnen spierkrampen optreden. Een hoog magnesiumgehalte verlaagt, via onderlinge concurrentie, de calciumabsorptie en kan daarmee een indirect calciumtekort veroorzaken. In de voeding van droge koeien worden hogere magnesium niveau’s gebruikt om de calcium absorptie te stimuleren.
Calciumoverschot
Een calciumoverschot komt nauwelijks voor, omdat het lichaam diverse mechanismen tot zijn beschikking heeft om een overschot aan calcium uit te scheiden. Een tijdelijk te hoog calciumniveau heeft geen gevolgen. Een langdurig verhoogd calciumaanbod via het voer kan nierproblemen veroorzaken en kan leiden tot verkalking van zachte weefsels zoals nieren, lever en vaatwanden. Het CVB (2005) geeft een toxische grens aan van 15 g/kgds (voor chronisch hoge gehalten).