Conserveringsindex
De conserveringsindex geeft in één oogopslag weer hoe de conservering van de kuil is verlopen. Hierdoor zijn al in een vroeg stadium maatregelen te nemen als de conservering niet goed geslaagd is. Zo kan je problemen zoals lagere voeropname en boterzuursporen in de melk voorkomen of verminderen. Ook kan je het inkuilmanagement aanpassen zodat de conservering van volgende kuilen beter verloopt.
De conservering van de kuil bepaalt het wel of niet slagen van de kuil en is daarmee bepalend voor de uiteindelijke houdbaarheid, smakelijkheid en voederwaarde. Ook heeft de conservering belangrijke invloed op de kans op de ontwikkeling van schadelijke schimmels of bacteriën in de kuil.
Melkzuur
Bij de conservering van de kuil is de melkzuurbacterie de belangrijkste speler. Deze bacterie zet suikers om in melkzuur, waardoor de pH daalt. Als de pH laag genoeg is ontstaat een evenwichtssituatie, de bacteriegroei stopt. Voorwaarde voor de groei van de melkzuurbacterie is een zuurstofloze omgeving, een luchtdichte kuil dus. Zijn de omstandigheden voor de melkzuurbacterie niet goed, dan krijgen andere, ongewenste bacteriën, zoals de boterzuurbacterie, een kans. Ook ligt broei op de loer. Dergelijke ongewenste processen verlagen vaak de voederwaarde.
Waardering conserveringsindex
De conserveringsindex loopt van 0 tot 100, waarbij de streefwaarde hoger dan 80 is. De index vertelt u veel over uw inkuiltechniek. Een kuil die slecht is geconserveerd, is niet meer te verbeteren. Maar de conserveringsindex geeft wel aan welke kuilen u het best aan uw jongvee kunt voeren.
Bekijk hieronder de video over de conserveringsindex.