Deze site wordt beveiligd met reCAPTCHA. Hierop zijn de Privacy Policy en Servicevoorwaarden van Google van toepassing.
Deze site wordt beveiligd met reCAPTCHA. Hierop zijn de Privacy Policy en Servicevoorwaarden van Google van toepassing.
Soil Carbon Check is een bodemonderzoek die een uniek inzicht geeft in de werkelijke hoeveelheid CO2 die in de bodem is opgeslagen, en de ontwikkeling van CO2-vastlegging in de tijd. Soil Carbon Check is gebaseerd op een organische stof bepaling met NIRS. Soil Carbon Check is een waardevolle toevoeging aan de bestaande C-bepaling op de BemestingsWijzer.
Het verslag van Soil Carbon Check wordt ondersteund door de Carbon Calculator. Deze handige calculator maakt het mogelijk het effect op koolstofvastlegging van een gewas, groenbemester of dierlijke mest of compost te bepalen. Het advies dat volgt maakt het mogelijk het koolstofmanagement voor de eigen situatie te optimaliseren.
CO2 wordt als koolstof vastgelegd in het organisch materiaal van de bodem. Planten leggen via fotosynthese CO2 uit de lucht vast in organisch materiaal, en daarom vormen bladeren, hout en wortels een eindeloos opslagvat voor CO2.
Door jaarlijks een Soil Carbon Check uit te voeren is het mogelijk om een significante stijging in koolstofgehalte aan te tonen. Bovendien vragen ketenpartners om actuele data van koolstofopslag.
Organische stof in de bodem is de verzamelnaam voor al het materiaal in de bodem dat afkomstig is van micro-organismen, planten en dieren. Organische stof bestaat grotendeels uit complexe moleculen van koolstof (C), zuurstof (O) en waterstof (H). Het bevat ook kleine hoeveelheden andere organische stoffen (o.a. eiwitten en aminozuren), waaronder stikstof (N), fosfor (P) en zwavel (S).
Een richtlijn is dat koolstof ongeveer 50% van het organisch materiaal uitmaakt. Dit percentage varieert echter sterk (tussen 30 en 70%). Het werkelijke koolstofgehalte hangt onder meer af van de herkomst van het organisch materiaal en van de grondsoort.
Organische stof komt in de bodem terecht via de aanvoer van bijvoorbeeld gewasresten (bladeren, stengels en wortels) en dierlijke mest, groenbemesting en compost. Bacteriën, schimmels en andere bodemorganismen breken het af tot er onverteerbare resten overblijven. Het afbraakproces verloopt in verschillende stappen waarbij alle organismen van het bodemvoedselweb betrokken zijn.
De afbraak verloopt aanvankelijk snel, maar vertraagt daarna. Het kan tientallen jaren duren voordat pas aangebracht materiaal volledig is omgezet in stabiel organisch materiaal.
Het rapport van Soil Carbon Check wordt ondersteund door de Carbon Calculator. Deze handige calculator maakt het mogelijk het effect op koolstofvastlegging van een gewas, groenbemester of dierlijke mest of compost te bepalen. Het advies dat volgt maakt het mogelijk om het koolstofmanagement voor de eigen situatie te optimaliseren.
Om het klimaateffect te berekenen wordt de koolstofopslag in de bodem omgerekend naar CO2. Hiervoor wordt een factor 44/12 = 3,67 gebruikt (molmassa CO2/molmassa C). Dit betekent dus dat 1 ton bodemkoolstof (als onderdeel van de organische stof in de bodem) overeenkomt met 3,67 ton CO2-vastlegging.
Het verhogen van het organisch materiaal in de bodem is een hele uitdaging. De bodem bevat vaak al een grote hoeveelheid organische stof. Een gehalte van 1% in de bovenste 30 cm bodem vertegenwoordigt een hoeveelheid van 37,5 ton afgevangen CO2. Om het koolstofgehalte in de bodem met 1% te verhogen, moet dus 37,5 ton effectieve organische stof worden aangevoerd. Stel dat de gemiddelde bevochtigingscoëfficiënt 0,7 is, dan moet ruim 53,5 ton verse organische stof worden aangevoerd!
Organische stof heeft verschillende belangrijke functies in de bodem. Het is een van de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de bodem. Organische stof is voedsel voor alle bodemorganismen. Omdat er geen licht in de bodem doordringt, kunnen bodemorganismen zonlicht niet gebruiken voor fotosynthese als energiebron. Daarom zijn alle bodemorganismen voor hun energie- en voedselvoorziening afhankelijk van organisch materiaal. Organisch materiaal draagt bij tot de levering van voedingsstoffen, de vocht- en luchthuishouding en de bodemstructuur.
Organisch materiaal beïnvloedt de biologische, chemische en fysieke vruchtbaarheid van de bodem. Organisch materiaal levert stikstof (N), zwavel (S) en andere voedingsstoffen aan gewassen doordat deze vrijkomen bij de afbraak van organisch materiaal. Daarnaast zijn voedingsstoffen als kalium (K), magnesium (Mg) en calcium (Ca) losjes gebonden aan organische moleculen, die zwak negatief elektrisch geladen zijn. Ze kunnen dus positief geladen ionen zoals ammonium (NH4+) of kalium (K+) vasthouden aan de CEC.
Organische stof houdt vocht vast. Percelen met een hoger gehalte aan organische stof zijn daarom minder gevoelig voor droogte en zijn beter in staat om water uit regenval "op te vangen". Het is voedsel voor bodemorganismen en dus niet alleen belangrijk voor de bovengenoemde mineralisatie, maar ook voor de veerkracht van de bodem. Ten slotte verbetert organische stof de bewerkbaarheid van de bodem.
Effectieve organische stof is het deel van de organische stof dat een jaar na het opbrengen van gewasresten, mest of compost in de bodem achterblijft. In het eerste jaar na toepassing verdwijnt een groot deel van de organische stof omdat deze gemakkelijk afbreekbaar is. De bijdrage van deze fractie aan het gehalte in de bodem is dan ook vrij gering. De bijdrage van de stabielere fractie is groter.
Het gehalte aan organische stof in de bodem is niet altijd stabiel. Het verdwijnt gedeeltelijk door afbraak door het bodemleven en wordt vervangen door aanvoer van mest, compost, gewasresten en dergelijke. Het verschil tussen aanvoer en afbraak bepaalt of het gehalte in evenwicht is. Is de afbraak groter dan de aanvoer, dan daalt het organische stofgehalte en omgekeerd. In de praktijk wordt vaak het begrip 'effectieve organische stof' gebruikt om de aanvoer te berekenen.
Eén gewas is niet het antwoord als het gaat om de bijdrage aan effectieve organische stof. Meer over groenbemesters