Textuurklassen

Naast klei (lutum), worden ook de silt- en zandfracties weergegeven. Klei is kleiner dan 2 micrometer (µm), siltdeeltjes zijn 2 - 50 µm en zanddeeltjes zijn groter dan 50 µm. De onderlinge verdeling van bodemdeeltjes wordt onder andere gebruikt om het verslempingsrisico van een bodem in te schatten.

Bij verslemping wordt de bodem dichtgesmeerd met kleinere deeltjes (klei en silt). Een heel eenzijdige verdeling (bijvoorbeeld hoofdzakelijk zand- of kleideeltjes) levert het minste risico van slemp op. Bij een verhouding aan bodemdeeltjes met 10-20% klei is het risico op slemp het grootst. Vroeger werden gronden ingedeeld op het afslibbaarheidspercentage. Deze methode is in de jaren 90 van de vorige eeuw vervangen door meting van het % klei (lutum).