Aaltjesonderzoek is basis voor de gewassenkeuze

Aaltjesonderzoek is basis voor de gewassenkeuze

30 juli 2024 - Akkerbouw

Bert Bruins heeft een intensief bouwplan op grond waar plantparasitaire vrijlevende aaltjes goed gedijen. Bovendien huurt de akkerbouwer in een gebied waar zetmeelaardappelen vaak 1 op 2 worden geteeld. Voor de keuze van de gewassen en percelen kan hij niet zonder aaltjesonderzoek van Eurofins Agro.

Ondanks het lastige en natte voorjaar, is Bruins begin juli best tevreden met de stand van zijn gewassen. 'We hebben lang moeten wachten, maar het staat er goed bij', zegt hij.

De ondernemer heeft samen met zijn broer Ronnie Bruins in het Groningse Ter Apel op 200 meter van de Duitse grens een akkerbouw- en bloembollenbedrijf. Het bouwplan is intensief, met lelies, suikerbieten, eerstejaars plantuien, pioenrozen, wintergerst, tagetes en asperges. 

Lelies vormen met 70 hectare het grootste gewas qua areaal en qua arbeid. Ook asperges zijn een intensief gewas. De ondernemers telen 2,5 hectare van 'het witte goud'.

"Wij willen een goede start maken met de teelt'.
De uitkomsten van de bodemonderzoeken
zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel."
 

Nergens vrij van aaltjes

Het bedrijf ligt op de grens van de Veenkoloniën en Westerwolde, een gebied met een intensieve teelt van zetmeelaardappelen, vaak 1 op 2. De bodem bestaat vooral uit zand en lichte dalgrond. 'Die grond is gevoelig voor vrijlevende aaltjes', zegt Bruins. 'Er is geen perceel waar geen vrijlevende aaltjes in zitten. Bovendien zijn er door de intensieve aardappelteelt bijna geen percelen die vrij zijn van aardappelmoeheid.'

De broers telen niet alleen op hun 85 hectare eigen land, maar ook op huurland. Het is voor hen elk jaar een puzzel op welk perceel ze welk gewas zullen telen. Bij het zoeken van huurland laten ze percelen standaard door Eurofins onderzoeken op vrijlevende aaltjes, vooral Trichodorus-aaltjes en Pratylenchus penetrans. 'Wij willen een goede start maken met de teelt', vertelt Bruins. De uitkomsten van de bodemonderzoeken zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel.

Foto: Bert Bruins kijkt toe, terwijl monsternemer Arie Nonkes het monster in de zak doet.

Vanggewas telen

Als een perceel een zware besmetting heeft met vrijlevende aaltjes, zijn er meerdere opties: geen vatbaar gewas telen op dat perceel en als het om mogelijk huurland gaat, afzien van de huur. Bij een niet te zware besmetting kan een granulaat voldoende zijn. Is een perceel waarop de broers lelies willen telen zwaar besmet, dan zaaien ze het jaar ervoor tagetes als vanggewas om de vrijlevende aaltjes te bestrijden.

Bruins laat zijn bodemmonsters altijd analyseren door Eurofins. Hij is daar heel tevreden over: 'We hebben een goede samenwerking en er is sprake van goede communicatie. Bovendien is onze monsternemer proactief.' Hij heeft nooit overwogen een ander analysebedrijf te kiezen. 'Wat goed is, moet je zo laten.'

Bestel aaltjesonderzoek