Mycotoxinen
Mycotoxinen zijn gifstoffen die worden geproduceerd door een groot aantal schimmels die aanwezig zijn op voedergewassen. Deze ontwikkelen zich met name op mais en andere granen. Zowel op het veld als tijdens opslag kunnen deze schimmels zich ontwikkelen en toxinen vormen die de diergezondheid en productie bedreigen.
Problemen die zich bij het dier voor kunnen doen zijn vaak sluimerend en zonder eenduidige oorzaak, zoals verminderde voeropname, tegenvallende melkproductie, lagere weerstand en verminderde vruchtbaarheid.
Veel voorkomende mycotoxinen
De veldschimmels van het geslacht Fusarium produceren onder andere de veel voorkomende mycotoxinen als: deoxynivalenol (DON), zearalenon (ZEA), fumonisine en T-2/HT-2. De opslagschimmels van het geslacht Aspergillus en Penicillium produceren onder andere ochratoxine A en aflatoxines.
Inkuilmanagement
Goed inkuilmanagement kan de ontwikkeling van schimmels en dus mycotoxinen beperken. Denk daarbij aan maatregelen zoals schoon werken, goed aanrijden/verdichten van de kuil, een inkuilmiddel met broeiremmer gebruiken en het snel en luchtdicht afsluiten van de kuil. Ook tijdens het voeren kan broei en schimmelvorming worden tegengegaan door maatregelen zoals een voldoende voersnelheid, het snijvlak schoon en recht te houden, voldoende druk op het snijvlak te houden en zichtbaar beschimmelde stukken te verwijderen.
Wanneer er mycotoxinen worden aangetroffen, is het mogelijk om gebruik te maken van mycotoxinebinders die de opname van mycotoxinen in het spijsverteringsstelsel van dieren verminderen.